UFO'S TIJDENS NACHTVLINDERS KIJKEN IN AXEL De watertoren van Axel dateert uit 1936 en is met een hoogte van ca. 60 meter één van de hoogste watertorens in Nederland. De watertoren is nu een bezoekerscentrum met een expositieruimte, waar het hele seizoen door wisselende tentoonstellingen op natuur en milieugebied te zien zijn. Rond de watertoren ligt een tuin met veel inheemse plantensoorten en waterpartijen. De toren kan tijdens de openingsuren beklommen worden. Vanaf de top kan men genieten van een uniek uitzicht op de omgeving. Bovendien is een bezoek aan het omliggende natuurgebied en het bos met kunstwerken de moeite waard. In het kader van de Zeeuwse dijkendagen werden een aantal activiteiten georganiseerd met de Zeeuwse bezoekerscentra als startpunt. De nachtvlinderexcursies op 21 en 28 juni 2002 bij de watertoren in Axel vielen hier ook onder. Het weer was op beide avonden fris, winderig en regenachtig, dus verre van ideaal. Respectievelijk 18 en 13 belangstellenden werden verwelkomd op deze nachtelijke activiteit. Omdat het om 10 uur nog niet donker genoeg was, bezocht Eddy Taelman met de deelnemers nog even het aangrenzende natuurgebied "Smitsschorre". Hierna werden de deelnemers in de watertoren ingewijd in het nachtelijk vlinderleven tot het invallen van de duisternis. De deelnemers konden een groot aantal boeken en determinatiegidsen inzien en vaststellen hoe omvangrijk het aantal vlindersoorten dat 's nachts actief is. Ook waren er enkele nachtvlinders te zien en men was verbaasd dat er zulke grote vlinders (zoals de ligusterpijlstaart) en zulke kleine vlinders (zoals Cydia aurana) bestaan. De vlindersoorten die hier voorkomen, vliegen niet allemaal in dezelfde tijd van het jaar. Juni is een relatief rustige nachtvlindermaand. Nachtvlinders worden aangetrokken door het speciale felle licht van een HPL-lamp. Ze vliegen dan in een val of gaan op een voor de lamp gespannen wit laken zitten. De vlinders kunnen worden gevangen en goed worden bekeken. Verslag Joop de Bakker Wat het licht betreft was er tot middernacht zware concurrentie van de schijnwerpers die de watertoren zo fraai beschijnen in de duisternis en van de lantaarnpalen langs het toegangspad. De deelnemers splitsten zich vanzelf in een buitengroep (de vangers) en een binnengroep (de determineerders). Het witte doek werd goed in de gaten gehouden en het duurde niet lang of we werden al verrast door een voor Zeeuwse begrippen zeldzame vlinder, de hopwortel- boorder. Er werden nog enkele (zeer) zeldzame soorten gevangen, zoals de bruine breedvleugeluil, de oranje bruinbandspanner, de gele agaatspanner en het groot avondrood. Het is niet altijd gemakkelijk om een soort op naam te brengen. Afgevlogen vlinders en vooral micro's met een spanwijdte tot 5 mm die soms door een microscoop bekeken moeten worden zijn moeilijk op naam te brengen. Soms lukt het dan ook niet en wordt zo'n vlinder dan een ufo (unidentified flying object) genoemd. Inmiddels gingen de vleermuizen de strijd aan met de vlindervangers. Omdat de vleermuizen hun portie nachtvlinders wilden vangen, konden we met een vleermuisdetector de uitgezonden sonartonen goed beluisteren. Om twaalf uur gingen de schijnwerpers en straatverlichting uit en was er uitsluitend het licht van de vlinderlamp, die de vlinders in de val lokte. Omdat er onverwacht veel vlinders rond de watertoren vlogen en de vangers sneller waren dan de determineerders ontstond er een gebrek aan potjes en rond half één werden de lichten maar gedoofd en kon onderstaande soortenlijst worden opgemaakt. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 22