ruimtelijk streefbeeld (niveau intergemeentelijk
structuurplan) en welke regels via een streek- of
bestemmingsplan moeten worden vastgelegd
om dat streefbeeld te kunnen realiseren.
Bij het eindsymposium zullen alle betrokken or
ganisaties en doelgroepen worden uitgenodigd
om aan de discussie bij te dragen en de coalitie
te versterken.
Enkele basisprincipes
De drie E's
Een goede landschappelijke kwaliteit ontstaat
wanneer het landschap zowel esthetisch als
ecologisch waardevol is en het een basis vormt
voor een duurzame economie.
Esthetisch waardevol wil zeggen dat de identiteit
van het landschap herkenbaar is in combinatie
met een hoge mate van schoonheid. Zowel het
historisch patroon (kreken, dijken, vaargeul, oc
cupatie) als de moderne ontwikkelingen
(industriecomplexen, het Kanaal) moeten in een
harmonisch ogend geheel aanwezig zijn.
Ecologisch waardevol betekent dat de ecologi
sche potenties worden benut en de ecosyste
men zich duurzaam kunnen ontwikkelen.
Een duurzame economische basis houdt in dat
de verschillende grondgebruiksvormen passen
de ontwikkelingsmogelijkheden krijgen en de
ruimte doelmatig wordt benut.
Het casco-principe
Laagdynamische functies als extensieve recrea
tie, natuur, landschappelijke beplanting,
(productie)bos en weinig door de mens beïn
vloed oppervlakte water en grondwaterreserves,
hebben belang bij een ruimtelijke structuur die
ten aanzien van het onderliggende fysische sys
teem stabiel en veilig is. Hoogdynamische func
ties als stads- en dorpsgebieden, industrie, ver
keersinfrastructuur, vele vormen van agrarisch
gebruik en intensieve recreatie, zijn gebaat bij
een flexibele structuur. Een ruimtelijke ontkop
peling van functies die eikaar qua ontwikkelings
tempo frustreren ligt dan ook in de rede.
Het casco-concept biedt de mogelijkheid om in
de planning verantwoord om te gaan met de ver
schillen in flexibiliteit. In het casco-principe wordt
gestreefd naar een bundeling van laagdynami
sche functies in een landschappelijk raamwerk.
In dat raamwerk zijn rust en ruimtelijke stabiliteit
aanwezig.
De hoogdynamische functies worden geconcen
treerd in de tussenliggende gebruiksruimten.
Deze zelfstandige ruimten zijn van voldoende
formaat en bieden een optimale flexibiliteit. Dit
betekent overigens niet dat binnen de gebruiks
ruimtes geen laagdynamische functies kunnen
voorkomen (zo kan waterberging samengaan
met bepaalde vormen van landbouw).
Rood-qroen
De casco-benadering kan voor de Kanaalzone
een goede basis zijn voor een oplossing van de
conflicten. De onzekerheden rond de ontwikke
ling van nieuwe industrie en de onduidelijke toe
komstmogelijkheden voor de akkerbouw maken
het moeilijk de behoefte aan grond voor deze
sectoren aan te geven. Het casco-principe komt
hier te hulp: in de gebruiksruimten is immers
mogelijk ruimte voor deze functies 'op de groei'
te reserveren zonder dat laagdynamische func
ties in hun ontwikkelingen worden afgeremd.
Het raamwerk krijgt een 'glas-in-lood'-structuur
waarvan de 'ruiten' (de gebruiksruimtes) afhan
kelijk van de behoefte een andere kleur krijgen
(flexibele structuur). In de 'loden sponnin
gen' (het raamwerk) wordt een stabiele structuur
nagestreefd.
Binnen een dergelijk raamwerk zijn economi
sche ontwikkelingen inpasbaar. Gefaseerde ont
wikkelingen van industrie en stedelijke uitbrei
ding worden mogelijk door steeds één ruit van
kleur te laten wisselen. Voor de landbouw geldt
hetzelfde: afhankelijk van de ontwikkelingen bin
nen de landbouw kan een ruit anders ingevuld
worden, of geleidelijk van kleur veranderen.
De esthetische waarde wordt zowel via het
raamwerk als de groene dooradering van de
gebruiksruimten verzekerd. Op sommige plaat
sen wordt het oude landschap geaccentueerd,
nieuwe ontwikkelingen in het landschap
(havens, industrie) krijgen een eigen beeld.
Waar behoefte is aan afscherming kan dat gere
aliseerd worden (bijvoorbeeld in de directe om
geving van kernen). Open gebieden krijgen door
een harde grens een eigen karakter.
Het raamwerk wordt gekoppeld aan de grotere
kreken en oude stroomgeulen, waar voorstellen
voor (nieuwe) natuur- en bosontwikkelingen aan
gekoppeld worden. De groene dooradering, die
zich op een lager niveau afspeelt, wordt gekop
peld aan dijken, waterlopen en wegen.
7