regionaal groen goed geregeld zijn. Bij het reali seren van wijkgebonden groen gaat het daarbij om een minimum inspanning van bedrijven en belanghebbenden. Gemeenten krijgen na een wetswijziging binnenkort de mogelijkheid om via het verstrekken van een exploitatievergunning het kostenverhaal in nieuwbouwwijken te rege len. Maar het is ook nodig om private partijen te ver leiden om nog extra in het groen te investeren. Als het bedrijfsleven profijt heeft van het groen zal zij deze bereidheid hebben, zeker als de overheid het investeren in ruimtelijke kwaliteit aantrekkelijk maakt door ook een duit in het zak je te doen! De Zeeuwse Milieufederatie en de Natuurbe schermingsvereniging de Steltlkuut willen zich inzetten om de steden en de groene omgeving aantrekkelijker te maken. Hiermee geven wij gehoor aan behoeften van grote groepen men sen om de natuur, het landschap en het milieu meer kwaliteit te geven. Ons streven is daarom gericht op meer gelijkwaardigheid tussen de be scherming en de ontwikkeling van het groen in stedelijke gebieden en het 'rood' (bebouwing, bedrijventerreinen en infrastructuur). Hiertoe zoeken wij samenwerking met de overheid en het bedrijfsleven. De Milieufederatie en de Steltkluut hebben ge kozen voor Terneuzen en omgeving. In de Kanaalzone heeft namelijk een ROM- project gespeeld, maar er is sindsdien alweer veel veranderd, zowel in beleid als 'in het veld'. We noemen: De aanleg van de Westerscheldetunnel en de bijbehorende infrastructuur (en de be hoefte aan ontwikkeling van Terneuzen west.) De veranderende behoefte van de bedrij ven. (Bijv. het gering animo voor de Autri- chepolder.) Eventuele glastuinbouw. Eventuele bollenteelt. De behoefte aan duurzame energie. De Ecologische Hoofdstructuur die van oost naar west door de Kanaalzone loopt is nog steeds niet op een degelijke manier inge vuld. De agrariërs in het gebied krijgen het eco nomisch moeilijk en zijn gebaat bij nevenin komsten uit bijvoorbeeld landschapsonder- houd en recreatie. Mede vanwege het omringende landschap ko men wij tot de conclusie dat de landbouw als drager van het landschap een cruciale rol moet vervullen. De te verwachten verstedelijking biedt goede mogelijkheden om tegelijkertijd ook verbeterin gen aan te brengen in de groenstructuur (ecologisch en cultuurhistorisch). Door het bui tengebied meer beleefbaar te maken voor de burgers kan Terneuzen zich niet alleen profile ren als een stad om te werken, maar ook als een stad om te wonen. Wij zijn voorstander van ontwikkelingsplanolo gie, maar de grote verweving van activiteiten zorgt voor heel wat problemen; hinder in woon wijken, hoge verkeersdruk, aantasting van land schap en natuur, en een grote druk op het leef milieu. In het plan van aanpak Kanaalzone Zeeuws- Vlaanderen wordt een evenwichtige ontwikkeling voorgestaan, waarbij ook landschappelijk groen en een natuur/ecologische verbindingszone een plaats dienen te krijgen. Het ROM-project verdient dus naar onze mening een vervolg, waarbij de plannen worden geactu aliseerd en voortschrijdend inzicht wordt ver werkt. De provincie neemt tot nu toe niet het ini tiatief om het ROM-project voort te zetten en het masterplan te actualiseren, terwijl er goede mo gelijkheden liggen om rode ontwikkelingen en groene ontwikkelingen aan elkaar te koppelen. Daarom doen wij het. Doel van het project is het in beeld brengen hoe de ontwikkelingsgerichte landschapsstrategie daadwerkelijk kan bijdragen aan kwaliteitsverbe tering van het platteland. Aan de hand van een workshop zal een positieve lijst worden opge steld, die vervolgens in een eindsymposium wor den gepresenteerd en bediscussieerd met de betrokkenen en organisaties, die ermee moeten gaan werken. Opzet In september '02 worden afgevaardigden van de sectoren, o.a. landbouw, recreatie, natuur en de overheden, gemeenten, provincie en andere instanties, waterschap, fietsersbond gevraagd aan de workshop deel te nemen. De ideeën wor den opgenomen in een soort handleiding, die aangeeft welke 'groene' uitgangspunten gehan teerd moeten worden bij het opstellen van een 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 8