pot. De Z. trifolii kakt buiten de pot, deze doen
alles stiekem, onzichtbaar. Op 02.06.'01 gaat de
rups bovengronds een ruw spinsel maken en
trekt zijn jas uit. De voor mij eerste zichtbare
vervelling. Ongelooflijk hoe de rups nu lijkt op de
in bloei en zaad staande zuringplant. De donke
re zwart bruine kleur is nu vervangen door een
transparant glanzende rode kleur op de flanken.
Deze kleur is precies als de zaadbollen van de
zuring. Een schitterende camouflage! De op ei
landjes staande stoppelharen lijken precies op
de in bloeistaande Schapenzuring. Jammer dat
deze rups zo lichtschuw is. Toch heb ik er enke
le videobeelden van kunnen maken.Het aller
laatste spinsel om te verpoppen heb ik ook nog
kunnen volgen, wel met allerlei kronkels en te
gen strubbelingen vanuit de kant van de rups.
Deze rups is in tegenstelling tot bijvoorbeeld de
trifolii rups totaal niet fotogeniek.
Laatste spinsel
Net boven de grond tussen plantendelen begint
de rups op 27.05.'01 aan zijn laatste spinsessie.
Het is een min of meer bolvormig grof breiwerk
waar de rups toch gauw zo'n paar uur mee be
zig is. Na enkele dagen is het [popstadium inge
treden. Ik zie een glanzende roodbruine pop in
het bolletje zitten. Het geheel toch maar in een
gesloten pot geplaatst om ontsnapping te voor
komen, wanneer er en vlinder uitsluipt. Enkele
dagen voor het uitsluipen wordt de roodbruine
pop zwartig bruin. Er komt na een maand leven
in de brouwerij. Op 27.06.'01 is er 's morgens
een vlinder uitgeslopen en wat voor één! Deze
heeft dus na een maand gedacht kom, ik treed
te voorschijn. De andere zitten misschien nog in
diapauze. Van sommige soorten is bekand dat
ze wel eens een jaar overslaan.
Overgangsgebied
Waarom zit er uitgesproken in Absdale in een
zeer klein gebied deze Metaalvlinder? Zuring
soorten staan vrijwel overal in dit gebied, trou
wens elders ook. Is het toch omdat er precies
op deze plaats een pleistocene (dus kalkarme)
zandgrondlaag naar het oppervlakte komt? Het
is hier een overgangsgebied tussen deze kalkar-
me zandlaag en lemig zand. In het pleistocene
deel van de waterwin gebieden van Clinge en
St. Jansteen komen deze Metaalvlinders ook
voor. Hier leven de rupsen mogelijk alleen van
Schapenzuring. De Veldzuring komt hier spora
disch voor, terwijl in Absdale de Veldzuring over
heerst. Komen de vlinders hier fourageren op de
talrijke nectar planten in de berm?
Jacobskruiskruid als hoofdvoedsel voor de vlin
der. Groot kaasjeskruid staat hier ook en op
Speer- en Akkerdistel mogen ze ook graag zit
ten. Is hier een verzamelplaats van ver naar de
ze unieke plaats en waarom?
Technische gegevens
Taxonomische indelingen:
Familie: ZYGAENIDAE
Onderfamilie: PROCRIDINAE
Geslacht: Adscita (Retzius 1783)
Soort: statices (Linnaeus 1758)
Typisch kenmerk:
Glanzend groen (metalic), kleine vlinder soort
die overdag ook actief is.
Duidelijk verschil tussen de antenne sprieten
van de mannetjes (kam, visgraatachtig) t.o.v. de
antennesprieten van de vrouwtjes (tengere, en
kelvoudige spriet).
Vliegtijd:
Begin juli tot en met half augustus.
Rupsperiode:
Augustus tot ander jaar eind mei, begin juni.
Mogelijk slaan ze wel eens een jaar over om te
verpoppen.
Popperiode:
Hele maand juni (circa 4 weken)
De rups leeft in de droge gebieden vooral van
Schapenzuring. In nattere gebieden mogelijk
Veldzuring.
Verspreiding:
Eigenlijk slecht bekend, vooral door de geringe
omvang van de vlinder en de (on)bekendheid.
Hier in de streek:
AC 57-364, AC 58-365 (Absdale, gem. Hulst)
AC 60-362 (de Wilde Landen te Heikant, Delta
Nuts)
AC 61-362, AC 62-362 (St. Jansteen, Delta
Nuts)
AC 63-363 (Clinge, Delta Nuts)
Mogelijk zwervers in km-hokken: AC 59-364 en
AC 62-365. Wie weet komen ze net als de Vijf-
vlekkige sintjansvlinder in heel Zeeuws Vlaande
ren voor.
Er is nog maar een klein stukje van deze ge
heimzinnige vlindersoort opgelost. Ondertussen
is er in Hulst langs de van der Maelstedeweg en
de Clingeweg een nieuw te ontsluimeren geheim
ontstaan, namelijk de Zesstippige sintjansvlin
der.
Ik kom tijd te kort.
15