TWEE OOIEVAARSPLATFORMS
VOOR HET MEETJESLAND
Door: ZwarteSluispolder
Assenede.
Het was druk in de Hollekenstraat, vorige week,
te Assenede, aan de rand van het dorp, daar
waar het polder- en krekengebied begint. Het
verkeer was gestremd.
Zwaailichten van de brandweer en de politie
verwittigden de weggebruikers van mogelijk
gevaar. De ladderwagen van de Zelzaatse
brandweer stond vijftien meter hoog
uitgeschoven tot in de top van een straat
populier. De uitschuifkraan van de Asseneedse
aanneming W. EVERAERT reikte daarboven tot
20m hoog in de lucht; aan de kop van deze
zware kraan bengelde een ongewone
constructie: een volledig gereedgemaakt
ooievaars-nestplatform.
De brandweerman, hoog in zijn werkkooi, greep
naar de onderkant van het boven hem in de
lucht zwevend platform; riep van hoog naar
beneden dat de kraanman mocht beginnen
'zakken". De steunvoet van het nestplatform,
een holle ronde inoxbuis met dezelfde diameter
als de boomtop, zakte zachtjes over de
afgetopte populier. De vooraf ingespoten
montage-kit binnen de buis omsloot de met
fungicidepasta ontsmette boomtop. De
brandweerman dreef drie inoxnagels door de
evenveie steunbanden in de hoge boomstam;
en riep:"gedaan" Het nestplatform was
geplaatst. De hoge armen van de twee
werktuigen werden ingetrokken. Deze werkwijze
herhaalde zich een tweede maal voor de
plaatsing van een tweede nestplatform. Alles
samen toch drie uur werk. Enkele dagen
voordien had de Zelzaatse brandweer de twee
populieren op grote hoogte afgetopt en had
zodoende de voorwaarden geschapen voor de
realisatie van dit ecologisch proefproject.
Natuurproject
Tot het begin van de vorige eeuw nestelden en
broedden zeldzame ooievaars tijdens de zomers
in het krekengebied. De ooievaars verdwenen
toen op vele plaatsen in noordelijk Europa.
Reden was het verminderen van het natuurlijke
aanbod van hun geliefd voedsel alhier in hun
zomerverblijven: grotere insecten, muizen,
nestplatform wordt met een torenkraan 20 m omhoog
gehesen terwijl een brandweerman hoog op de
brandweerladder gereed staat om het nest vast te
maken
mollen, kikkers, regenwormen en slakken. Ook
in hun wintergebieden, Spanje, Portugal en de
afrikaanse Sahel, werden ze bedreigd, vooral
door de lokale jacht of stroperij en ingevolge de
droogteperiodes aldaar.
In het dierenpark PLANCKENDAEL werd in
1987 een broedproject opgestart dat resulteert
in circa 23 broedende paren daar op heden.
Enkele jaren terug startte ook een broedproject
in het ZWIN, vandaag broeden daar ook een 20-
tal ooievaarskoppels. Elders in Vlaanderen
broeden slechts een 10-tal paren in het wild.
In Nederland steeg, ook als gevolg van
broedprojecten sinds 1985, het aantal
broedende paren van 30 naar circa 400 nesten.
19