FLORON INVENTARISATIEKAMP In 2001 werd een FLORON (Floristisch Onderzoek Nederland )kamp in Zeeland gehouden. Dit was het eerste uit een reeks van vier, waarbij uiteindelijk heel Zeeland bezocht zal worden. Overnachtingslokatie was Kamphuis 't Veerse Gat (nabij Veere), van waar uit inventarisaties plaats vonden op Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland. De organisatie was in handen van Justus van den Berg, districtcoördinator FLORON Zeeland. Doel van het kamp was niet alleen het verzamelen van gegevens maar ook het bewerkstelligen van een grotere betrokkenheid van Zeeuwse floristen bij het inventarisatiewerk. De ervaring van voorafgaande kampen in Zeeuws Vlaanderen en op Noord Beveland was dat het aantal Zeeuwse deelnemers beperkt bleef, ondanks dat bij velen de kennis en kunde wel aanwezig Is. Het inventariseren Voor het in kaart brengen van welke wilde planten er aanwezig zijn, worden niet gedaan door her en der wat steekproeven te nemen, maar door bijna stap voor stap de bodem uit te struinen. Daartoe is de provincie in hokken van een bij een kilometer verdeeld. Elk kilometerhok wordt apart onderzocht, met behulp van een streeplijst waarop alle wilde plantensoorten van Nederland staan. Bij het bepalen van de te inventariseren gebieden zijn de volgende categorieën te onderscheiden: Witte gebieden in Zeeland Natuurterreinen waarvan de beheerder graag gegevens wil hebben LMF-hokken (hokken waar aandachts soorten verwacht worden van het project Landelijk Meetnet Flora) Gewoon akkerland Tijdens de kampen worden de deelnemers in groepjes onderverdeeld om kilometerhokken af te werken. Doordat deze hokken door groepjes worden afgestruind, worden vaak nieuwe vondsten gedaan. Dit jaar was dat Dodemansvingers (Oenanthe crocata L.) in de Kaloot aan de Westerschelde. Door: FLORON Zeeland en Marian Langeveld Oenanthe crocata L. in de Kaloot aan de Westerschelde (uit: Gorteria 27/2001, door Fons (A).i.Reijerse) Tijdens het FLORON-kamp Zeeland van 8-10 juni inventariseerde ons groepje enkele km- hokken van het industrieterrein Vlissingen-Oost. Ondanks de interessante waarnemingen daar wilden we als afsluiting van de dag toch nog graag wat zilte soorten zien, waarvoor we de smalle strook duintjes - onderdeel van de Kaloot - voor de kerncentrale uitkozen. Bij het verlaten van dat hok (48-44-24) viel ons een hoge, breed uitgroeiende, rijkelijk bloeiende schermbloem op, die zeker 1,5 meter hoog was. Determinatie bevestigde ons vermoeden: Oenanthe crocata, Dodemansvingers voor de deur van de kerncentrale. Over symboliek gesproken! De plant groeit in de berm van een zandweg die van de dijk voert naar een golfbreker; temidden van hoog opgroeiende grassen; een bermbegroeiing zonder opvallende andere soorten. Oenanthe crocata komt voor in het Westelijk Middellandse-zeegebied en West-Europa, noordwaarts tot Schotland. In Nederland is de soort voor het eerst aangetroffen in 1975 in de kalkrijke duinen van Voorne op een kwelplek tussen duinvalleien.1 De 2® vondst was in 1987 op Schouwen op een soortgelijke plek en de 3® vondst in IJmuiden.2 Volgens FLORBASE-2F is de huidige vondst de 4® waarneming voor Nederland. Mogelijk is de plant op deze standplaats minder kieskeurig dan op Voorne en Schouwen, zoals ook bekend is van het voorkomen in Engeland en Frankrijk.3 Eigen ervaring kamp 2001 Ondanks de opdracht in totaal 40 hokken te inventariseren was de sfeer zeer relaxt. Vorig jaar ben ik zelf de eerste middag naar de Schotsman gestuurd met een floron- medewerker, die eerder voor de vlinderstichting had gewerkt. Behalve naar planten namen we terloops ook de vlinders mee. Terwijl we op het fietspad liepen, fietsen kennissen van deze persoon langs op weg van Cadzand naar Leiden, waar we een praatje mee gemaakt hebben. Mijn andere groepsgenoot was een 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 22