HALSBANDEN AFLEZEN, EEN NIEUWE TAK VAN SPORT Wat zouden de ijsvogels in 2001 gaan doen? Doordat vele mensen zo vriendelijk waren hun gegevens aan mij door te geven, zijn dit de resultaten van het onderzoekje naar de ijsvogel in onze regio (tabel 1Kaart 1): Dit was een enorme verrassing. Wie had gedacht, dat de ijsvogel het zo goed deed in Zeeuws Vlaanderen? Dit biedt mogelijk perspectieven voor de toekomst. Een behoud van dit prachtige vogeltje in ons landschap zal wellicht inspanningen vragen van de beheerders van sloten/polderleidingen, kreken, enz. Dit alles zal zeker de moeite waard blijken. Opvallend is de grote concentratie op de zandgronden, waarbij het ijsvogelbolwerk Koewacht er met vlag en wimpel bovenuit steekt. Nog even iets over het broedgedrag van deze vogels Tijdens de broedperiode zijn ze ontzettend schuw en geheimzinnig en gemakkelijk te verstoren. Februari en maart zijn de maanden waarin de vogels baltsen en flitsend achter elkaar aan vliegen met een schel gefluit. In april worden de eerste eieren gelegd en zijn de vogels erg zwijgzaam. Half juni kunnen al snel de eerste jongen worden waargenomen in eerste plaats nog wel in de buurt van de broedplaats. Er wordt dan soms al direct aan het tweede broed begonnen. Uitzwermen van jongen vindt vooral in juli, augustus en september plaats. Toch kan het gebeuren dat er zelfs tot 20 oktober jonge vogels in een nestpijp zitten, waarschijnlijk van een derde broedsel, zoals bij een nestcontrole in de Biesbosch bleek. Hopelijk bent u ook een beetje aangestoken door het ijsvogelvirus. Mensen die mee willen helpen met het opsporen van ijsvogels zijn van harte welkom en gelieve zich bij mij te melden. Als u waarnemingen hebt van ijsvogels in onze regio, wilt u ze dan aan mij doorgeven? Tel: 0114 316975. Graag wil ik de volgende mensen bedanken voor het direct of indirect door geven van hun waarnemingen en informatie: E. Taelman, O.v.Dorsselaar, E.Vermandei, J. D'Hondt, E.Mathijs, W.de Smet, H.Maas, A. Wieland, R.REmmerts, L.Persijn, L.Wagenaer, C.v.Oosterhout en K.Bolkenbaas. Door: Henk Castelijns De Deen Hans Christian Mortensen was in 1899 de eerste die vogels met metalen strips aan poten ringde (Preuss 2001). In Nederland gebeurt dat vanaf 1911. Tot en met 2000 werden bijna 8 miljoen vogels geringd, waarvan er 8% zijn teruggemeld (Buijs Thomson 2001). Dit heeft inmiddels een schat aan gegevens opgeleverd. Toch weten we nog lang niet alles. Een van de manco's van gebruik van metalen vogelringen is dat heel veel terugmeldingen betrekking hebben op dood gevonden of geschoten vogels. Je weet dan waar de vogel is doodgegaan, terwijl je eigenlijk liever zou willen weten hoe het levende vogels vergaat. Daarom is men enkele tientallen jaren geleden begonnen met het gebruik van kleurmerken: bij steltlopers en reigers een kleurcode aan de poten, bij roofvogels aan de vleugels of de poten en bij ganzen en zwanen ook wel aan de poten maar steeds vaker een halsband met inscriptie (zie foto). Het aanleggen van halsband Groen X03 bij een Grauwe Gans in de omgeving van Brugge (West-Vlaanderen). Foto Eckhart en Christine Kuijken. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 11