Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Aantallen exemplaten
Andrena barbilabris
1
Andrena carantonica
1
Andrena cineraria
Asbij
1
Andrena clarkella
Zwart Rosse zandbij
1025 (nestholletjes); 150
Andrena flavipea
Gras bij
10
Andrena fulva
Vosje
5
Andrena haemorrhoa
Roodgatje
20
Andrena subopaca
5
Andrena tibialis
30
Andrena vaga
Grijze zandbij
300 (nestholletjes)
Andrena ventralis
Roodbuikje
1000 (nestholletjes)
Tabel 1: waargenomen Zandbijen in Braakman Noord
Om het stuifmeel van de Boswilg goed te kunnen
benutten moet deze bij precies vliegen op het moment
dat de wilg bloeit. De meeste jaren liep de bloei en
vliegperioden redelijk synchroon. Op 11-3-01 bleken er
echter al een 100-tal bijen aanwezig te zijn (veel
enkele terwijl er nog geen enkele wilg in bloei stond.
Deze dieren hebben dus nog enkele dagen moeten
hongeren voordat ze zich konden voeden.
Gedrag
Om goed actief te kunnen zijn moeten de bijen bij koud
weer (zeker onder de 10 graden) zich kennelijk eerst
even opwarmen in de zon. We zagen ze zonnebadend
op boomstammen, takken, op de grond, op droge
bladeren en op gras. De mannetjes die tussen de
vrouwtjes bij de nestholletjes rondkropen, probeerden
soms te paren. Ze benaderden de vrouwtjes met
trillende vleugels. De vrouwtjes weerden bijna altijd af.
Af en toe kroop er ook een in een nestholletje.
Heel opvallend is hun zoekgedrag. Kennelijk zijn deze
bijen niet zo goed in het zich oriënteren en het
onthouden van de nestplaats. Steeds zag je een groot
deel van de bijen die al vliegend of kruipend op zoek
waren naar hun nest. Ze verloren er behoorlijk wat tijd
mee. Er bleken wat dat betreft wel grote individuele
verschillen zichtbaar.
Beschermactie
De Zwart-rosse zandbij heeft in Braakman Noord een
soort haat-liefde verhouding met de op bospaden
wandelende mens. Want voor haar nestbouw heeft ze
hier tamelijk onbegroeide, stevige (niet te losse)
zandgrond nodig. In een terrein als de Braakman komt
dit enkel op de bospaden voor, daar waar wandelaars
het zand zowel kaal, als goed aangetreden houden.
Maar omdat de bijen juist op deze plaatsen hun nestjes
bouwen, worden er veel van die bijen hier vertrapt.
Door jaarlijks de maximale aantallen nestholletjes te
tellen werd duidelijk dat er tot en met het jaar 2000 een
duidelijk negatieve trend was:
1997:1025
1998:1000
1999: 500
2000: 450
2001: 632
7