DE ZWART ROSSE ZANDBIJ IN BRAAKMAN NOORD. Door Lucien Calle. Begin februari 1997 kreeg ik van Hans Van Hage een telefoontje. 'Wat zijn dat voor hommefachtlge bijen die hun nestjes hebben op de zandpaden van het Noorderbos van De Braakman?" Het bleek een heel grote kobnb van de Zwart-rosse zandblj (Andrena clarckella) te zijn. Van deze moob bij was er nog nbt zo gek veel bekend. Het was een prachtige gebgen- heb om eens wat meer over deze grote bijensoort te weten te komen en dus besbten we zoveel mogelijk ecobgische en bbbgische gegevens te verzamebn. Het gegeven dat deze kobnb Zwart-rosse wel zo'n beetje de (uiteraard voor zover bekend) grootste kobnb van de soort binnen Nederland is (mededeling T. Peeters), maakt het albmaal nog boebnder. Hieronder wordt een aantal bevindingen samengevat. Een uitgebreber verslag hopen we ebers te publberen. Goed bijengebied Braakman Noord is overigens een heel boeiend terrein voor bijenliefhebbers. Want het gonst er van de verschillende soorten. Hopelijk kunnen we in de toekomst hier eens een samenvattend overzicht van publiceren. Hieronder worden alleen van de vroeg in het voorjaar vliegende zandbijen (het geslacht Andrena) de soorten en maximaal aangetroffen aantal len gegeven (soms geschatte aantallen): Kennismaking Voor we ons gaan verdiepen in allerlei details uit het leven van de Zwart-rosse moeten we eerst nog even kennismaken. De Zwart-rosse zandbij is zoals zijn naam aangeeft zwart (op het achterlijf) en rossig (op het borststuk) behaard. Het is een echt dikkertje, vooral de vrouwtjes zijn nogal rond gebouwd, haast net zoals een klein hommeltje. Zoals alle zandbijen maken ze nestholletjes in de (liefst zanderige) bodem. Meestal zitten die holletjes groepsgewijs bij elkaar. De vrouwtjes voeden zich vooral met het stuifmeel van Boswilg. Dit is onze vroegst bloeiende wilgensoort. Daarom is het onze vroegst vliegende zandbij. Ze verschijnen tijdens zachte winters al eind februari. Zelfs bij bewolkt weer en lage temperaturen zijn ze actief. Binnen Zeeland is in de jaren 90 ooit een waargenomen in het bos van St. Jansteen, verder is er een kleine kolonie bekend van de eendenkooi op St. Philipsland. Zandbij nestholletjes in Braakman Noord Foto: Lucien Calle Voedselbronnen De vrouwelijke bijen verzamelen vrijwel uitsluitend op de mannelijke Boswilgen. Tot en met het voorjaar 2000 stonden er dichtbij de kolonie twee Boswilg. Een exemplaar is echter afgestorven, zodat in feite de gehele populatie in 2001 afhankelijk was van één enkele Boswilg. Helemaal aan de noordzijde van de Westgeul staat overigens nog een Boswilg, hierbij zijn echter nooit Zwart-rosse gezien. Kennelijk ligt deze boom net iets te ver weg. Datzelfde geldt voor de 2 Boswilgen aan de Riemenskreekjes, aan de overkant van de Braakmankreek. De mannetjes van deze bij schijnen ook wel eens andere bloemen te bezoeken, zoals Klein hoefblad. In Braakman Noord bloeien er tijdens de vliegperiode behalve klein hoefblad ook Grauwe wilg, Maarts viooltje, Paardenbloem, Madelief je, Fluitekruid en nog een tiental andere soorten. Geen enkele keer is echter waargenomen dat een Zwart- rosse een van deze bloemen bezocht. De enig overgebleven Boswilg en enkele Boswilg groeien langs het water van de Westgeul. Ze worden door het lichtgebrek, veroorzaakt door de hier dominante Ratelpopulieren en Berken, naar de uiterste oeverrand gedrongen (ze verdragen net wat meer water, vandaar dat ze aan de uiterste oeverrand kunnen standhouden). Het water in de Westgeul is echter brak, geen ideale groeiplaats dus voor deze Boswilgen. Dit is een waarschijnlijke verklaring voor het afsterven van het ene Boswilg, en de verminderde vitaliteit van de overige.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 8