In een poging om de negatieve trend weer terug omhoog te buigen zijn vanaf begin 2000 de belangrijkste nestelplekjes door vrijwilligers afgezet. Dit werd gedaan door een lint te spannen rond deze plaatsten. Een aantal simpele informatiebordjes zijn daarbij geplaatst, met daarop wat uitleg over deze prachtige diertjes. Het getelde aantal nestholletjes in 2001 bleek direct alweer wat hoger te liggen dan in '99 en '00. Natuurlijk zijn er meer factoren die de populatie grootte bepalen, zoals de aan- of afwezigheid van de parasietbij (waarover hieronder meer) en de beschik baarheid van voedsel. Drie redenen doen ons vermoeden dat de geboden bescherming effectief is: 1. op de afgezette plaatsen werd geen enkel doodgetrapte bij meer gevonden. 2. op de niet afgezette plaatsen gaat het aantal holletjes in aantal achteruit ten opzichte van de wel afgezette (op 20-4-91 waren hier nog maar amper holletjes te vinden, terwijl op 2 van de 3 afgezette plekken nog wel volop holletjes aanwezig waren). 3. het gegeven dat de negatieve trend van de gehele populatie, voor het eerst weer terug omhoog gebogen is. En toch is het niet zeker dat deze kolonie nu gered is. Want als het laatste mannetje Boswilg ook nog afsterft is het beslist afgelopen met deze prachtige bijen. Vandaar dat we besloten hebben tot nog een kleine beheersingreep. Van de Boswilg werd flink wat stekmateriaal gesneden, wat nu elders opgroeit en zo snel mogelijk langs de Westgeul bijgeplant zal worden. Daarvoor zullen er wel enkele Ratelpopulieren verwijderd moeten worden, om weer voldoende licht op de jonge wilgen te verkrijgen. Koekoeksbij Bijna alle bijensoorten worden geparasiteerd door een of meerdere soorten parasietbijen, ook wel koekoeksbijen genoemd. Deze bijen dringen (vaak stiekem) het nest binnen en leggen er eitjes. De larve van de koekoeksbij eet dan het voedsel en soms ook de larf van de gastbij op. Ook de Zwart-rosse heeft last van zo'n koekoek, namelijk de Vroege wespbij (Nomada leucopthalma). Deze bij is ooit wel eens in Zeeuws-Vlaanderen waargenomen in het Axelse bos (daar zijn echter geen Zwart-rosse gevonden, betrof het hier dus een zwervend exemplaar?). Bij de kolonie in de Braakman zijn echter nooit Vroege wespbijen aangetroffen. We gaan er vanuit dat ze er ook nog niet zitten omdat we flink wat uren hebben zitten observeren en het gedrag van die koekoeksbijen opvallend genoeg is. Hier ligt een mogelijke oorzaak voor het gegeven dat deze kolonie zo groot is. Het zal uitermate boeiend zijn om de aantalsontwikkelingen te volgen wanneer deze koekoeksbij wel de populatie weet te bereiken. Afsluiten van de nestholletjes Uit de literatuur is bekend dat deze bijen bij het verlaten van het nest de nestjes met grond afsluiten. Dat doen ze om te voorkomen dat de parasitaire Vroege wespbij de nestholletjes eenvoudigweg binnen kunnen kruipen, om vervolgens daarna hun eitjes te leggen. Andersom zouden de bijen, als ze binnen zijn, hun holletjes niet afsluiten. Zo zou in een oogopslag zichtbaar moeten zijn welke bijen 'thuis" zijn en welke "uithuizig". Waarnemingen aan deze kolonie zwart-rosse maken echter duidelijk dat dat lang niet altijd het geval is: 's Morgens vroeg waren bijna alle nestholletjes gesloten, ten/vijl de diertjes dan toch binnen zaten (waarneming 16-3-91 om ca. 9,39 uur bij licht 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 10