DRAMATISCHE ACHTERUITGANG VAN DE
PATRIJS (Perdix perdix) IN MIDDEN ZEEUWS VLAANDEREN
Door: Henk Castelijns
Uit: Limosa 74.1 2001
De Patrijs is een standvogel die in Nederland
vooral voorkomt in landbouwgebieden. Zeeland
en in het bijzonder Zeeuws Vlaanderen werd
altijd als een bolwerk van de soort in Nederland
beschouwd (Sovon 1987, Vergeer Van Zuijlen
1994). Het is maar de vraag of dat nu nog het
geval is. Uit drie sneeuwtellingen van Patrijzen
is namelijk gebleken dat de soort in Midden
Zeeuws Vlaanderen sinds 1991 sterk is
afgenomen. In deze korte bijdrage worden de
resultaten van deze tellingen besproken.
In februari 1991, februari 1994 en december
2000 werden in Midden Zeeuws Vlaanderen
Patrijzen geteld bij een (vrijwel) gesloten
sneeuwdek. Ondanks de sneeuw zullen er,
vooral als ze zich ophouden in boomgaarden
(1% van het oppervlak) en in bos (3% van het
oppervlak) Patrijzen worden gemist. Omdat
telkens op dezelfde wijze werd geteld, zijn de
resultaten echter onderling goed vergelijkbaar.
Grootschalige gebieden werden met de auto
doorkruist en met behulp van een kijker
(vergroting 10x) en een telescoop (vergroting
2030x) afgezocht. De maximale afstand
waarover op deze wijze naar Patrijzen werd
gezocht bedroeg 650 m. Meestal was de
afstand veel geringer. In kleinschalige gebieden
vond de verplaatsing per fiets plaats. Er werd
dan alleen gebruik gemaakt van een kijker
(vergroting 10x). De maximale afstand waarover
dan naar Patrijzen werd gezocht bedroeg 400
m. Het voordeel van verplaatsing per fiets boven
verplaatsing per auto was dat, om een beter
uitzicht te hebben, men eerder geneigd is om op
een van de vele in het gebied aanwezige dijken
te klimmen.
Tijdens de tellingen was niet voortdurend sprake
van een volledig gesloten sneeuwdek. Als later
op de dag door instraling van de zon of door
een oplopende temperatuur, bijvoorbeeld kluiten
op geploegde akkers boven de sneeuw
uitkwamen, werd het tempo waarin werd geteld
verlaagd. Gemiddeld werd er per uur c. 350 ha
Winters waarin sneeuwtelling
Patrijs werd uitgevoerd
Counts of Grey Partridge
during sno-ivcover
■Hl geen telling no counts
EZ3 1993/94
EZ3 1993/94, 2000/01
II 1990/91. 1993/94, 2000/01
Figuur 1. Midden Zeuws Vlaanderen. De grenzen van
de deelgebieden worden bijna zonder uitzondering
gevormd door dijken.
geteld. Bij minder gunstige omstandigheden
zakte dat tot c. 250 ha per uur. In de drie winters
werd achtereenvolgens 18, 25 en 20 uur geteld.
De waargenomen Patrijzen werden in het veld
per groep ingetekend op een topografische
kaart. Achter het bureau werden de aantallen
per deelgebied (meestal een polder, zie hierna)
gesommeerd. Indien een deelgebied niet werd
geteld, is het aantal voor dat deelgebied
geschat op basis van de dichtheid van een
overeenkomstig deelgebied.