EVEN BIJBOMEN
slijkgras. Bij het wroeten naar ondergrondse
delen van planten gaan ganzen vaak niets
ontziend te werk. Er blijft weinig van de plant
over als ze op de ondergrondse plantendelen
foerageren. Meestal rukken ze de bovengrondse
vegetatie los en verwijderen deze helemaal. Een
jaar later zijn de effecten op de productiviteit van
de vegetatie nog zichtbaar.
Het verdwijnen van de biezenvegetatie
langs de randen van de Dollard schorren lijkt
grotendeels ganzenwerk. Toegenomen erosie
als neveneffect van de ganzen leek een herstel
van de vegetatie gedurende de gansloze
maanden uit te sluiten. Hierdoor kon zich geen
evenwicht instellen tussen de exploitatiedruk
van de ganzen en de biezenvegetatie. Hierbij
speelt mogelijk een rol dat het toegenomen
voedselaanbod in de landbouw gedurende de
afgelopen decennia een belangrijke bijdrage
heeft geleverd aan de huidige populatieomvang
van de Grauwe gans. Als gevolg hiervan zouden
ganzen natuurlijke habitats gedurende bepaalde
periodes van het jaar wel eens intensiever
kunnen benutten dan wanneer ze door het hele
jaar alleen daarvan afhankelijk zouden zijn.
De vraag of de Grauwe ganzen op de lange
termijn een blijvende invloed op de
schorontwikkeling zullen hebben, is moeilijk te
beantwoorden. Zowel Zeebies als Engels
slijkgras zijn soorten die gebonden zijn aan
jonge ontwikkelingsstadia van schorren en
kustmoerassen. Gedeeltelijke verdringing van
beide soorten door onder andere Riet wijst op
een veroudering van het schor. Ook kale
plekken ontstaan door de achteruitgang van
Engels slijkgras zijn naar verwachting een
tijdelijk fenomeen. Op langere termijn zullen
deze weer begroeid raken met Riet.
Uit beide onderzoeken blijkt dat bij afname van
jong schor het voedselaanbod in natuurge
bieden voor ganzen afneemt. Dit heeft tot gevolg
dat zij uitwijken naar landbouwpercelen. Door de
verdieping van de Westerschelde kalven de
schorren af: de compensatie van ganzenschade
aan boeren langs de Westerschelde zou dus ten
lasten moeten komen van de verdieping
Westerschelde!
Literatuur:
Berrevoets C. 2001. Rotgans; in Zeldzaam Zeeuws,
Stichting het Zeeuwse Landschap, Heinkenszand
Castelijns H. 2001. Grauwe gans; in: Zeldzaam
Zeeuws, Stichting het Zeeuwse Landschap,
Heinkenszand
Esselink P. 2000. Gravende grazers; in: De onvrije
natuur, KNNV Uitgeverij, Utrecht
Wal R. van der. 2000. Rotgans zonder Haas het
haasje; in: De onvrije natuur, KNNV Uitgeverij,
Utrecht
Een trouwe lezer constateerde dat er wel erg
veel woede of boosheid in deze rubriek
voorkomt. Als zo iemand dat zegt, krab je jezelf
wel even achter je oren. Je moet natuurlijk
zuinig zijn op je lezers, wie weet is het wel de
enige. Gezien de aantallen coupletten voor een
nieuwe versie van het Zeeuws-Vlaams volkslied
die ik binnen heb gekregen 0!als reactie op
mijn artikel in de vorige Steltkluut, zou je dat wel
zeggen. Bij deze dan maar een iets milder
verhaal. Het speelt zich weliswaar af in het
buitenland, maar had kan net zo goed hier
gebeurd zijn.
Mijn vader was "fout" in de oorlog. Tenminste,
dat vonden de Duitsers. Hij was na acht uur op
straat in Amsterdam en dat mocht niet. Hij werd
opgepakt en op "vrijwillige" arbeitseinsatz
Door: Hans van Hage, kritisch natuurliefhebber
ingezet. De fabrieken in het Roergebied waar hij
terechtkwam werden bijna dagelijks
gebombardeerd door Engelsen en Amerikanen.
Toen ze op een dag om "houthakkers" vroegen,
was zijn keus snel gemaakt. Bossen
bombarderen ze immers niet?
Als hij nu terugkijkt op die tijd, heeft hij, op een
paar hele nare ervaringen na, toch een "mooie"
tijd gehad. Hij had een fiets (nee, het was een
Duitse fiets!) kreeg redelijk te eten en zat de
hele dag in de frisse lucht. Hij werd met een heel
klein ploegje gevangenen ingezet in het
noordoosten van Duitsland voormalige DDR)
en Polen en Rusland. Inmiddels heeft hij ervoor
gekozen om na zijn pensionering weer in
datzelfde gebied te gaan wonen. Dit najaar
zocht ik hem weer eens op. Toen ik bij hem
kwam zat hij aan tafel met een oud boek voor
17