verticaal zaten. In het ene deel waren de plantenresten trouwens beter bewaard gebleven dan in het andere. Voorzichtig een nog intact stuk rietstengel er uitgelicht. Behalve de knopen (=verdikkingen in de stengel ter versteviging) was alles platgedrukt. De stengel was goudgeel, glad en bij het losmaken erg vezelig. Binnenin de stengel was de knoop erg goed zichtbaar. De doorgang was nog onbeschadigd, net een zeefje. Dieper in de blok veen kwam een stengel bloot te liggen met een knoop van wel 1,5 cm doorsnee. Omdat er tijdens het afsteken van het veen takken van berkenbomen naar boven waren .gekomen, verwachtte ik ook blaadjes, berkenkatjes of zaadjes te vinden. Maar die vond ik niet. Eigenlijk zouden er microscopische preparaatjes gemaakt moeten worden. Dan kom je nog veel meer te weten. Tijdens mijn studie heb ik dat wel eens moeten doen van een stukje hoogveen. Ongelofelijk wat je dan allemaal te zien krijgt. iHonderden stuifmeelkorrels in allerlei vormen en maten. Er zijn mensen die zich in het herkennen van stuifmeelkorrels (pollen) gespecialiseerd hebben. Deze pollendeskundigen kunnen aan de hand van de aanwezigheid van verschillende soorten pollen en de hoeveelheden ervan in bepaalde bodemlagen aflezen, wat er aan bomen en planten gegroeid moet hebben. Aan de hand van gegevens op grote schaal kunnen ;ze zelfs uitspraken doen over het toen heersende klimaat. De mooiste vondst deed ik toen ik de blok doorbrak om eens binnenin te kijken. Een prachtig metaalrood glimmende kever kwam te voorschijn. Hij was nog bijna geheel intact, zelfs de haartjes op zijn kop, borststuk en poten zaten er nog op. Net of het beestje gisteren daar was doodgegaan. Voorzichtig de kever verder blootgelegd en met een stukje veen er uitgehaald. Onder het binoculair zag het er nog mooier uit: in de (ingedeukte) dekschilden zaten rijen met puntjes en aan de enorme kaken zat aan de onderkant en scherpe doorn. Wat voor soort kever het is weet ik niet. Dat moest ik maar eens aan een keverspecialist vragen. Het is volgens mij geen waterkever. Maar wat deed hij dan in zo'n nat terrein als een moeras? Grappig om te weten dat dit kevertje al meer dan 2000 jaar oud moet zijn. Ongelofelijk ook dat je zoiets kleins ontdekt in zo'n grote massa aan veen. Van de afgegraven oppervlakte (10 m2 en ongeveer V2 meter diep) is een willekeurig stukje van 20 bij 10 cm mee naar huis gegaan en toevallig werd het opengebroken op het niveau waar de kever zat. Naast de vele rietstengels en -bladeren kwam er ook gras te voorschijn dat nog in pollen samen zat. In de laatste resten van de blok zaten steeds meer verkoolde stukjes. Het leek wel hout. Zou dat van de berken afkomstig geweest zijn? Een heleboel gegevens en nog veel meer vragen. Vragen die ik in mijn eentje nooit zal kunnen beantwoorden. Maar dat hoeft ook niet zo zeer. In elk geval was het bijzonder de moeite waard die 'vieze prut' zoals sommigen zeiden, eens goed te bekijken. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2001 | | pagina 13