DE NATUURKALENDER, EEN NIEUW WAARNEMINGSPROJECT Onlangs is op initiatief van de Wageningse Universiteit en' VAR A's Vroege Vogels een nieuw project voor natuurwaarnemingen van start gegaan: de Natuurkalender. De Natuurkalender is een nationaal educatief/ wetenschappelijk waarnemingsprogramma dat zich richt op het in kaart brengen van effecten van klimaatsveranderingen op de jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur. Voorbeelden van jaarlijks terugkerende verschijnselen zijn het moment van bloei, bladontplooiing en bladval, maar ook de start van vogeltrek en het verschijnen van vlinders en andere insecten. Dit zijn gebeurtenissen die sterk van het weer afhankelijk zijn en die door iedereen elke dag 'in de achtertuin' bekeken kan worden. In principe kan iedereen die een paar planten en/of diersoorten kan herkennen meedoen. Je hoeft dus geen natuurkenner te zijn om aan de natuurkalender bij te dragen. De studie die zich hiermee bezig houdt is de fenologie. Natuurlijke processen als bloei en start van vogeltrek vinden elk jaar in een vaststaande periode plaats (natuurkalender). Temperatuur, neerslag en daglengte beïnvloeden in belangrijke mate deze kalender. Planten zullen bij een warm voorjaar bijvoorbeeld eerder gaan bloeien en eerder in blad komen dan in een kouder jaar. Veranderingen in temperatuur en neerslag als gevolg van klimaatsverandering zullen de natuurkalender van veel soorten veranderen. De temperatuur op aarde is de laatste paar jaren gestegen en er komen momenteel voorbeelden beschikbaar dat de natuur sterk op deze veranderingen reageert. De Eik in Engeland komt bijvoorbeeld een maand eerder in blad dan 50 jaar terug. Dit soort voorbeelden en voorbeelden die we met het natuurkalenderproject willen behalen, kunnen niets zeggen over hoe het klimaat in de toekomst zal veranderen. Ook kan niets gezegd worden over de oorzaken van de veranderingen in het klimaat. De resultaten kunnen echter wel heel goed aantonen wat de mogelijke gevolgen voor de natuurlijke systemen kunnen zijn. De veranderingen in de ontwikkelingsnelheden van organismen heeft grote gevolgen voor de soorten samenstelling en vitaliteit van de natuur in ons land en daardoor ook voor onze gezondheid en de landbouw. Veranderingen die in de natuur (gaan) optreden zijn: 1toename van de lengte van het groeiseizoen 2. toename van de kans op vorstschade in het voorjaar 3. verandering van koolstofvastlegging uit de atmosfeer in de vegetatie 4. frequenter voorkomen van insectenplagen (bijvoorbeeld Eikenprocessierups) 5. verandering van soort-soort interacties (bijvoorbeeld voedselbeschikbaarheid voor insecten en vogels, bestuiving) Veranderingen in de kalender der natuur hebben ook belangrijke consequeties voor onze gezondheid. De start en de lengte van het groeiseizoen van veel planten bepaalt namelijk de start en de duur van hooikorst. Minimaal 25% van de mensen in Nederland heeft hier elk jaar mee te maken. Verder spelen veranderingen in de natuurkalender een belangrijke rol in de verspreiding van allerlei ziekten zoals bijvoorbeeld malaria en de ziekte van Lyme. De kalender van de natuur is ook voor de landbouw uitermate belangrijk. Een vervroeging van het groeiseizoen kan leiden tot een toename van vorstschade in het voorjaar en veranderingen in het optreden van ziekten en plagen. Daarnaast spelen zaken als verandering in productiviteit en plant- en oogstschade een belangrijke rol. Fenologische waarnemingen in Nederland In Nederland hebben in het verleden een aantal ecologische waarnemingsnetwerken bestaande fenologische gegevens verzameld. Een aantal daarvan loopt nog steeds. Als grondlegger van de verschijnselleer -later fenologie genoemd- kan voor ons land Linnaeus worden beschouwd. Reeds in 1751 beschreef hij in het door hem gerediceerde tijdschrift "Philosophia Botanica" doel en werkwijze van de verschijnsellleer. Hij zag in dat voor het 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2001 | | pagina 16