Totaal 865 stuks waargenomen, waarvan circa
63% afkomstig van de Zeesluizencomplex te
Terneuzen. Slechts één sterke populatie van
meer dan 150, op AC 59,45 - 365,57. Iets
minder groot op AC 63,76 - 366,24 (42 stuks)
aan de Clingeweg te Hulst. De rest is var
kleine tot zeer kleine populatie.
Vanaf 12 juli begint men 'overal' de bermen ie
maaien.
EVEN BIJBOMEN
Ik heb er al eens eerder over verteld. Eén keer
per jaar zondigen we een paar dagen. Heel
decadent gaan we met een paar auto's en een
paar goede vrienden naar een plek, liefst ver
van hier, waar je in een paar dagen heel veel
leuke natuur kan beleven. Met natuur bedoel ik
soorten. Ook ik ben op z'n tijd een soortenjager.
In een paar dagen tijd zo veel mogelijk vlinders,
libellen, planten amfibieën en reptielen "scoren".
Natuurlijk genieten we op zo een moment ook
van het landschap, de omgeving, de plaatselijke
restaurants en niet te vergeten het streekbier of
een goed glas wijn. Na zo een weekend lijkt het
leven nooit meer hetzelfde te worden. Het
gevoel dat in het buitenland alles wél in grote
mate aanwezig is wat in Nederland zeldzaam is
bekruipt je al snel. En maanden na zo een
weekend ligt het bij een of andere vergadering
over een soorten -beschermingsplan al gauw op
het puntje van je tong: in Frankrijk...."
Natuurlijk weet u net zo goed als ik, dat ons
Zeeuws-Vlaamse land behoorlijk wat soorten en
biotopen herbergt die zelfs voor Fransen de
moeite waard zijn. Daar gaat het hier ook niet
om. Maar goed, een paar weken geleden was
het weer zo ver. We zijn met een gehuurd busje
naar noord Duitsland gereden, ergens langs de
Elbe. Daar zouden Roodbuikpadden zitten. Een
van de weinige Europese amfibieën die ik nog
niet gezien of gehoord had.
We leken wel een stel idioten. Acht uur in een
gehuurd busje gepropt om een padje te zien dat
zichzelf nooit verder heeft weten te brengen dan
Noordoost Europa. Het enige geluid dat het
beestje uit kan brengen is een zacht "Hoep-
Hoep". Genetisch gezien stomweg niet geschikt
om de rest van Europa te bevolken. Zie het
maar als een soort dinosauriërs die misschien
Door: Hans van Hage, kritisch natuurliefheht:
nog wel ergens in de oerwouden van Afrij
zitten. Natuurlijk kijken we in zo een weeken: J
ook naar andere dingen. Het landschz
bijvoorbeeld. Het voormalige grensgebied nsl
de DDR is één groot natuurgebied. Er moe-
van de toenmalige regering gewoonweg nie:
gebeuren binnen een straal van zovej
kilometers van de Elbe die de grens met k
decadente Westen vormde. Er staan wel huizer
er wonen wel mensen, maar dan heb je het z
een beetje gehad. Die mensen zijn overigen j
veel slimmer als de meeste Zeeuws -Vlaminge
en de meeste Zeeuwse bestuurders. Zij heboe
hun kansen geroken, gekregen én gepakt. 71
hebben tegen elkaar gezegd: "het moet z
blijven". "We moeten investeren in kwali ei
landschap, cultuurhistorie en natuur". De erid
industrie die daar nog mogelijk is, is toeristisch j
industrie en landbouw. Beide aangepast aan he
landschap en de natuur. Hele grote gedee te-
van de gebieden van de Elbe zijn omgeze i:
zogenaamde Biospharen-Reservaten, vr
vertaald een soort Nationaal Park. Dezi j
gebieden hebben een behoorlijk zware
bescherming, veel zwaarder dan de gepland
Zeeuwse WCL Waardevol Cultuur Landschap
zoals in de Zak van Zuid-Beveland. Toch kome:
wij daar weer tegen in opstand. Vooral doorgaa-
zo, jongens. Stop je oren en ogen maar dicht.
Terug naar Duitsland. Na een hele lange rit ove
die geweldige Duitse autobanen waar je lek <e
door kon rijden, kwamen we in de voorma ig;
DDR aan. Leuke slingerweggetjes, klemt
dorpjes. Geen drempels, geen vierbaanswegen
geen kantel wegen en geen wiebertjes van Bckx
Wel waren de kernen van die dorpjes vaa-
bestraat met kinderkopjes waardoor je echt nie
harder dan dertig kon rijden. Al gauw zaten wé
22