w ^S) AALSCHOLVERS OP DE SLAAPPLAATS OP HET EILAND IN DE BRAAKMANKREEK In Noordwest Europa komen twee ondersoorten van de Aalscholver Phalacrocorax carbo voor: carbo en sinensis. Carbo broedt op rotskusten in Noorwegen, Groot-Brittannië, Ierland en Bretag- ne. Ze overwinteren in de omgeving van de broedgebieden. Sinensis broedt vooral in bo men, maar ook wel op de grond op eilandjes. Deze ondersoort komt verspreid door geheel Europa voor. De vogels die wij tijdens de trek en in de winter zien, hebben hun broedgebieden in Zuid Zwe den, Denemarken. Noord Duitsland en Neder land. In de periode 1984-93, verviervoudigde de populatie daar tot circa 60.000 broedparen. Ten minste de helft hiervan overwintert in Frankrijk, maar ook in de landen rondom de Noordzee overwinteren heel wat Aalscholvers. Aalscholvers maken buiten het broedseizoen gebruik van sociale slaapplaatsen. De bomen op het Eilandje in de Braakmankreek zijn zo'n plaats. Als het donker wordt vliegen de vogels er naar toe om in de morgen te vertrekken om er gens te gaan vissen. De vogels zijn tijdens het aan- of wegvliegen door ons geteld. Gebleken is dat als er wordt geteld terwijl ze al in de bomen zitten, dat een onderschatting van het aantal oplevert. De tellingen worden uitgevoerd sinds 1984. Meesten tijds werd er 's avonds geteld, maar tot 1997, toen we nog over een verwarmde observatiehut beschikte, ook geregeld 's och tends. Uit ochtendtellingen die vooraf werden gegaan door Door: H. Castelijns en J. Poortvliet avondtellingen, bleek dat het niet uitmaakt wan neer er wordt geteld. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van het maximum per maand op de slaapplaats getelde vogels en in grafiek 1 worden de seizoensmaxi ma voor de echte wintermaanden (december- januari) gegeven. In de periode 1984/85 tot en met 1996/97 wer den bijna jaarlijks meer overwinterende Aal scholvers vastgesteld dan het jaar daarvoor. Dat komt omdat in die periode de Noordwest Euro pese populatie sterk toenam. Afgaande op de tellingen van de Braakman-slaapplaats, is er de laatste jaren geen toename meer. Aalscholvers komen aan vanaf juli en tot in no vember neemt het aantal toe. In normale winters blijft het aantal daarna gedurende de winter on geveer gelijk. Echter als het ten noorden van Zeeland stevig vriest, neemt het aantal op de Braakman-slaapplaats toe. Dat komt omdat dan belangrijke (zoete) viswateren, zoals het IJssel- meer en de Randmeren, dichtvriezen. De vogels zijn dan gedwongen op zoek te gaan naar open Tabel 1: Maandmaxima van het aantal Aalscholvers Phala crocorax carbo op de slaap plaats op het Eiland in de Braakmankreek in de periode 1984-2000. Een plat streepje betekent niet geteld. Indien een getal vet is gedrukt, was er die maand sprake van koud winterweer iul aucj sep okt nov dec jan feb maa apr mei iu 1984/85 - 13 18 17 27 41 62 66 - - 1985/86 - - - 11 37 84 85 102 52 - - - 1986/87 - - - 37 12 49 74 95 98 11 - - 1987/88 - - 0 4 71 61 83 80 58 22 - - 1988/89 - 4 8 53 60 84 104 100 65 74 - - 1989/90 - 35 46 35 75 104 104 115 110 28 5 - 1990/91 - 10 65 85 96 125 127 305 115 20 - - 1991/92 - - 12 85 180 180 195 120 55 23 - - 1992/93 - - 190 185 180 175 - 160 145 - - - 1993/94 - - 37 172 155 170 220 350 163 110 - - 1994/95 - - 0 233 220 245 265 348 135 110 26 - 1995/96 - - 220 150 185 260 290 305 430 104 72 - 1996/97 - - 221 160 211 365 215 220 165 180 115 - 1997/98 - - 165 168 170 195 266 222 105 85 63 2e 1998/99 38 79 100 130 145 241 165 165 - 55 16 4 1999/00 - 76 40 115 135 163 220 200 132 75 - 4e 2000/01 - - - 154 299 382 - 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2001 | | pagina 16