Om de tweede categorie is het ons te doen.. Holen en nissen zijn er in allerlei uitvoeringen en zeker deze waar de mens er voor iets tus- enzit. o had ik in de zeventiger jaren veel kontakt iet de bedienaar van de grote draaibrug in Sluiskil. Van hem kwam ik te weten dat er ver- cheidene jaren na elkaar gelukte broedgeval- ian van de Torenvalk waren in de stalen op bouw van die brug. Ook in de ruïnes van de voormalige staalfabriek van Terneuzen zouden ze begin de zestiger ja- ren gebroed hebben. Het "ijzeren bos" van )OW bij Terneuzen zou ook reeds Torenvalken erleid hebben tot broeden. In 1998 was er een oppeltje aan het broeden onder het plaatijze- en dak van een open schuur in de Axelsestraat \utrichepolder. Mogelijks lagen de eieren op :en baal stro. Ook dat verhaal kwam ik te we len door een oplettende bewoner. Ik geloof dat ?r in Zwitserland eens een nest in een toren haan in werking is gelokaliseerd. Wat het oroedresultaat werd weet ik niet meer. Ook van Ie enorme reclamezuilen langs de snelwegen ijn reeds broedgevallen bekend. 'Jitzonderlijk is zo'n plek als een drijvende kraan lus niet. Die ijzeren konstrukties zijn in trek naar of ze de voorkeur genieten boven andere gelegenheden en om welke reden is mij niet be kend. In de literatuur is daarover zeker wat te 'inden. Ook of er verschillen in broedsukses oinnen gelinkt worden aan de nestplaatskeuze. Sinds wanneer bouwt de mens immers in ijzer 'fabrieken, bruggen, torens, stations, Dat is goed op gang gekomen met de industriële re volutie in de tweede helft van de 18° eeuw. Was de Torenvalk toen al bezoeker van die dingen M.a.w. vinden we ook hier de bevestiging van het feit dat de Torenvalk een cultuurvolger is En als we nog even doordenken en het over het broeden op gebouwen hebben, hoelang kan dat reeds aan de gang zijn In het oude Egypte werden duizenden jaren voor het begin van on ze tijdrekening reeds tempels en graven ge bouwd. Dateert de aanpassing van de Toren valk reeds van die tijd Leuk is dat ik bij een bezoek aan de kolossen van Mennon nabij de necropool van Memphis (Egypte) in 1997 een broedend koppeltje Torenvalk waarnam die hun legsel in een spleet tussen het hoofd en de schouder van een van die beelden hadden ge deponeerd Ornithologie en (industriële) arche ologie wat een uitdaging Hoe het in die holte van die kraanarm allemaal verlopen is, kan je langs buiten niet zien. Er is in die arm een knik, en een dwarsbalk waaraan enkele takels zitten. En daar ergens tussen moet het toch voldoende aantrekkelijk geweest zijn om de kroost groot te brengen (foto 2). Voor vogels (en dus ook voor Torenvalk) is be langrijk dat het nest voldoende veilig is. Zowel voor eieren als voor jongen, vandaar dat ze plekken uitkiezen die moeilijk bereikbaar zijn voor nestrovers. En dan hebben we het niet zo zeer over mensen maar over zoogdieren, met name ratten, marters en verwilderde katten, en over andere vogelsoorten. De hoge hijsarm (schitterende uitkijkpost) van een drijvende bok voldoet klaarblijkelijk aan de eisen van een kop peltje, en met de vele muizen in de omliggende polders lijk het dus best doenbaar. Dat verklaart ook waarom we dit jaar af en toe 3 tot 4 jagen de Torenvalken boven Canisvliet zagen. Naast het eigen koppel waren dat waarschijnlijk ook de broedvogels uit Passluis. Een mogelijke on derzoeksvraag is dan bijvoorbeeld of er in de omgeving geen (oude) eksternesten aanwezig waren. Wie zoekt dat uit En of er nog meer Torenvalken rond Sas van Gent in torens, kranen en bruggen nestelen. En als toemaatje vernam ik zopas dat er in de Torenvalkkast bij Eefje Janssens aan de Graaf- jansdijk in Westdorpe dit jaar voor het eerste maal werd gebroed. Er waren drie jongen. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 13