OGEN DIE ACHT MAAL ZO SCHERP ZIEN ALS DIE VAN DE MENS laag gevoelige cellen aan de achterzijde van het oog- te krijgen. Dit kleine, heldere beeld kan dan nog worden vergroot door een nog groter oog te ontwikkelen. In overeenstemming met hun plaats in de nachtelijke voedselketen wijken dieren hierin onderling af. Prooidieren zoals muizen offeren een scherp gezichtsvermogen op aan een grotere gevoeligheid. Ze hebben dan ook kleine ogen, waarmee zij geen scherp beeld, maar alleen bewegingen kunnen waarne men. 1 Buisvormige ogen Om hun gezichtsscherpte zonder verlies van gevoeligheid te behouden hebben sommige roofdieren vreemd gevormde ogen ontwikkeld. De buisvormige ogen van uilen zijn hiervan een klassiek voorbeeld: het netvlies is even ver van de lens verwijderd als dit bij een veel groter oog het geval zou zijn, waarbij het middengedeelte van het oog buisvormig is samengedrukt en zo in de beenring of oogkas van de uil past. Om een zo groot mogelijke blik op de buitenwereld te hebben puilt het hoornvlies naar buiten uit. Als gevolg van de ontwikkeling kan de uil zijn ogen niet in zijn oogkassen bewegen. Als com pensatie voor deze onbeweeglijkheid hebben uilen een zeer beweeglijke nek, waardoor zij hun kop zo'n 270 graden kunnen draaien. Uilen zijn zoals veel nachtelijke rovers gewoonlijk vér ziend. 2 Staafjes en kegeltjes Het netvlies van een dagdier is een mozaïek van twee soorten met pigment gevulde, lichtge voelige cellen, die in verbinding staan met ze nuwen, waarlangs de signalen naar de herse nen worden overgebracht. De cellen worden verdeeld in staafjes, die op de aan- of afwezig heid van licht van alle golflengten reageren, en kegeltjes, waarvan het pigment selectief op be paalde golflengten reageert. Met andere woor den: kegeltjes kunnen de hersenen een beeld van kleur geven, terwijl staafjes uitsluitend zwart-wit 'zien'. Staafjes zijn veel gevoeliger dan kegeltjes; echte nachtdieren hebben dan ook een netvlies van vrijwel uitsluitend staafjes en kunnen dus geen kleuren zien. Katachtigen en uilen hebben bijvoorbeeld ogen, die zij zowel overdag als 's nachts kunnen ge bruiken en bezitten een klein aantal kegeltjes. Uilen (en andere vogels) hebben kegeltjes met pigmenten die reageren op ultraviolette golf lengten. Hiermee kunnen ze de ultraviolet op lichtende piassporen van muizen zien! Een nachtelijk netvlies heeft veel dicht op elkaar staande, slanke staafjes, vaak in meer dan één laag, waarbij elke individuele streng van de oogzenuw met enkele duizenden van deze staafjes in verbinding staat. Hierdoor ontstaat een zeer lichtgevoelig oog, dat echter een vrij diffuus, monochroom beeld vormt. De gevoelig heid van een dergelijk oog kan nog worden ver hoogd door een reflecterende laag achter de lichtgevoelige cellen. Dit 'tapetum' verhoogt het rendement van de geringe hoeveelheid licht door dit door de cellen terug te kaatsen en deze voor een tweede maal te stimuleren. Het tape- 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 29