Zoals u kunt zien is er in Oost Zeeuws Vlaande ren al veel bekend, maar er zijn nog wat kilome- terblokken waarvan we nog wat vlinder waarnemingen kunnen gebruiken. Woont u in een blok met daarin geen of een zeer kleine stip dan levert u met het invullen van bijvoorbeeld het tuinformulier een grote bijdrage aan het onderzoeksresultaat van zo n blok. U hoeft niet eens een groot vlinderkenner te zijn, want met behulp van de vlinderzoekkaart kunt u al veel vlinders op naam brengen. Bo vendien is het leuk om de vlindersoorten in uw eigen tuin te kennen. Een kilometerblok is goed onderzocht als er in ieder geval waarnemingen bekend zijn uit de perioden april/mei en juli/augustus. Dit komt omdat er soorten zijn die uitsluitend in het voor jaar vliegen zoals het oranjetipje in april/mei. Andere soorten vliegen weer alleen in de zo mermaanden. Wegens plaatsgebrek in het vorige nummer is het tuinformulier wat aan de late kant maar er is maar één soort die u later in het jaar niet meer zult zien en dat is het oranjetipje. Mocht u dit vlindertje toch gezien hebben en de datum niet meer exact weten noteer dit dan eind april of begin mei. In West Zeeuws Vlaanderen is er nog een grote witte vlek. Leden van de insectenwerkgroep zul len samen met leden van de vlinderwerkgroep van de overkant van de Schelde trachten om in dat gebied nog eens naar de daar voorkomende dagvlindersoorten te kijken. Wij rukken op van uit het oosten en zij vanuit het noorden. Ook op Tholen en Schouwen moet nog het nodige ge daan worden. Het jaar 2000 beloofd een goed vlinderjaar te worden. Het Oranjetipje werd op veel plaatsen gezien en we kregen hierover al veel telefoni sche meldingen, waaronder enkele uit West Zeeuw Vlaanderen (Nieuwvliet, Sluis en Bier vliet) waar deze soort nog maar recent voor komt. Ook de argusvlinder en de witjes (groot koolwit, klein koolwit en klein geaderd witje) zijn argusvlinder goed present. Kleine vos, dagpauwoog, gehak kelde aurelia, boomblauwtje, citroenvlinder, vuurvlindertje en bont zandoogje zijn in redelijke aantallen gezien. Landkaartjes werden, vooral op de Linie, nog nooit zo vaak gezien. Distelvlinder en atalanta hebben ons land weer bereikt al doen vroege waarnemingen ons ver moeden dat er door de zachte winter ook over winteraars bij zijn. Door de 'zomerse' periode begin mei hebben veel soorten voor een goede volgende generatie kunnen zorgen. Meer recent, vanaf half mei, werden bruin blauwtje, icarusblauwtje en ook de zeldzame koninginnepage (Zuiddorpe, fam la Heijne) ge zien. Deze laatste soort werd ook op 20 mei in Sluiskil waargenomen.Het bij ons bijna verdwe nen hooibeestje werd drie keer waargenomen. Als u meedoet met het tuinformulier laat het dan eens weten en natuurlijk niet vergeten om half november uw waarnemingen op te sturen. Wij wensen u succes met het inventarisatiewerk en wensen u een goed vlinderseizoen toe en eventueel tot ziens op een van de vlinderexcur sies. Joop de Bakker tel 0114-690482 Eddy Taelman tel 0114-311362

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 25