Pluimstaartmos
gaan. Spijtig genoeg werden minstens negen van de
twaalf Rode Lijst soorten recent niet meer waargeno
men.
Zeer uitzonderlijk was het voorkomen van het Viltig
zijdemos (tussen '82 en '92), wegens zijn grote zeld
zaamheid. De dichtst bijzijnde (voor zover bekend)
vindplaatsen liggen op tenminste 200 km. afstand.
Het wordt nog vreemder als men weet dat de soort
zelden sporen maakt. Waarschijnlijk hebben vogels
delen van de plant getransporteerd.
Ook het Trilveen-viltsterrenmos is een bijzonderheid.
De soort werd aangetroffen op de permanent vochti
ge, kalkrijke terreinen, aan de voet van kruipwilgstruik
jes, waar veel bladstrooisel accumuleerde. Helaas zijn
deze soorten recent niet meer teruggevonden, net zo
als het Pluimstaartmos.
Op permanent vochtige, maar niet oppervlakkig ver
zuurde plaatsen, groeit veel Gewoon puntmos, dat
plaatselijk verdrongen wordt door het forse Boompjes
mos. Hier handhaaft ook Gewoon etagemos zich al
een 15-tal jaar.
In het drogere deel van het reservaat werd in een
mosduinachtige vegetatie, gedomineerd door Duin
klauwtjesmos en Groot duinsterretje, een eenmalige
vondst gedaan van Krop-goudkorrelmos, een erg
zeldzame soort die normaal niet in een dergelijk droog
milieu voorkomt.
Het artikel geeft in tabelvorm een compleet overzich
van alle aangetroffen soorten in de verschillende peri
oden. In totaal werden 101 mossen vastgesteld, waar
van 9 levermossen en 92 bladmossen. Daarnaast zijn
er ook nog 54 soorten kortsmossen aangetroffen.
B. Bespreking van het verslag
Hoewel de excursie van 6 september 1987 de mees
volledige is geweest, beperkt dit verslag zich niet tot
deze excursie alleen, zoals de titel lijkt te suggereren
Het geeft een beeld van de mosontwikkeling vanaf de
afsluiting van de Braakman in 1952, tot nu toe. Het is
een schitterend overzicht geworden en ademt een
sfeer van degelijkheid en professionaliteit uit. Opmer
kelijk is dat de waarnemingen van de laatste Stelt-
kluut-VWB excursie (d.d. 6-3-99) niet allemaal in de
tabel zijn verwerkt. Dat zou voor de mossen nog het
Boskronkelsteeltje als extra nieuwe soort hebben op
geleverd. En het zou voor de kolom na 90 nog ten
minste de volgende soorten hebben opgeleverd: Echt
vetmos, Gewoon pluisdraadmos, Klei
smaragdsteeltje, Veenknikmos en Purpersteeltje er
voor de korstmossen: Vliegenstrontjesmos, Kopjes
bekermos, Fijn kroesmos en Groot dooiermos. Ik
vond nog een korstmossoort dat kennelijk anderen
nog niet hadden gezien (of genoteerd): het Grijs rijp-
mos.
C. Discussie
Een aantal belangrijke soorten is in de jaren negentig
niet meer waargenomen. Daarmee is nog niet zeker
dat de soorten ook daadwerkelijk zijn verdwenen.
Want opvallend is het dat een hele massa soorten en
kel tijdens de excursie in '87 is waargenomen. Waar
schijnlijk is dat echter wel zo, want naar een aantal
soorten (met name het Viltig zijdemos) is daarna nog
wel intensief gezocht.
Het waarschijnlijke verdwijnen van een aantal soorten
(Trilveen-viltsterrenmos en Pluimstaartmos (van
Pluimstaartmos is maar een aantal plukjes aangetrof
fen)) zou geassocieerd kunnen worden met verande
ringen in het beheer. Voorheen werd er pas gemaaid
als de flora uitgebloeid was en Kruipwilg zijn blad al
had laten vallen. Dit zorgde voor een lichte verzuring
10