paren. Die beesten zouden eens moeten weten wat er allemaal in gebeurt. Maar het is veran derd. De hagen waarin we konden zonnen en vliegen eten verdwenen en er kwam prikkel draad voor in de plaats. De mensen gingen zich in plaats van met paardbeesten met ijzeren beesten vervoeren. Maar, we wisten ons te red den. We moesten extra uitkijken als we voor het paringsfeest de vrouwtjes gingen lokken. Meer en meer kikkers sneuvelden onder die ijzeren beesten, maar diegene die overbleven leerden hoe het moest. Gewoon wachten aan de rand van de stenen sloten tot je echt niets meer hoorde. Dan als een echte boomkikker proberen er met drie of vier snelle sprongen overheen te komen". De oude viel even stil. Er was een vlieg op het blad komen zitten. Zijn ogen draaiden, zijn lichaam verstarde even en.... Smak, smek, kauw, slik. Je zag zijn kleverige tong nauwelijks naar buiten komen. "Ja, die wegen, zoals de mensen ze noemen, daar was nog mee te le ven. Maar toen ging alles anders. In plaats van koebeestenpoep op het land te gooien, gingen ze strooien met witte, bijtende korreltjes. Ook reden ze rond met dingen waar ze mee gingen spuiten en, mijn betovergrootvader kon dat zo mooi vertellen, binnen een paar jaar zag je alles minder worden. Het water werd vies, insecten, vliegen en wormen kwamen steeds minder voor. Wij kikkers kregen het zwaar en trokken ons steeds verder terug. Je kunt je het nu niet meer voorstellen, maar vroeger, vroeger kon je óveral naar toe. Wilde je naar het oosten, of naar het westen, dan trok je gewoon weg. Kijk een jonge kikker als jij móet wegtrekken. Jij moet volgend voorjaar je oor te luister leggen en net als vroeger langs hagen en heggen via drinkputten in een nieuw gebied terecht kunnen komen, waar ook andere jonge kikkers zitten, net zoals jij. Daar moet je voor jezelf opnieuw beginnen. Ik benijd je niets, want het is moeilijk om hier weg te komen, bijna onmogelijk. En daarom doen ze nu onderzoek. Daarom hebben ze jouw vader gisteren gevangen en weer los gelaten. Omdat ze willen weten hoe het met ons gaat. Ze graven zelfs nieuwe putten en planten nieuwe hagen, terwijl ze ze zelf eigenlijk niet meer nodig hebben! Het schijnt dat ze dat alle maal voor ons doen.... Misschien dat jij hier nooit weg komt, maar misschien jouw kinderen weer wel. Ze zijn bezig om het weer beter te maken. Maar zoals vroeger zal het nooit meer worden. Onderzoek, noemen ze het. Ik heb be grepen toen ik laatst in de struiken bij de vijver van de mensen zat, dat ze móeten onderzoeken om aan te tonen dat de nieuwe putten die ze graven ook werkelijk zin hebben. Maar ze snap pen het niet. Mensen denken net zoals ze wo nen, in hokjes. Ik heb ze bezig gezien. Eerst met grote tekeningen, vergaderingen en plan nen. Later met ijzeren dieren die de putten gin gen graven. Diezelfde machines trouwens, leg gen ook weer meer wegen aan. Aan de ene kant halen ze vier putten weg waar wij het al ja renlang vol houden en aan de andere kant leg gen ze één nieuwe put weer aan. Ik denk dat het een aflopende zaak is. Wat ik al een moeite moet doen om hier vrouwtjes te vinden voor het bruiloftsfeest elk jaar, de concurrentie is zo groot. Doordat de mensen zoveel ruimte nodig hebben krijgen wij minder ruimte. En doordat wij minder ruimte hebben, zitten we dichter op elkaar. Voor je het weet ben je op een bruilofts feest bezig met een vrouwtje wat later weer fa milie van je blijkt te zijn. Je snapt misschien wel dat zoiets niet klopt. En die mensen maar on derzoeken. Ik denk dat het een aflopende zaak is. Ze kunnen onderzoeken wat ze willen, maar er verbetert niet echt iets. Als ik jou was zou ik maken dat ik hier weg kwam. Ik heb ze horen praten over een rondweg. Als die er komt dan is het echt gebeurd met ons". De jonge keek een beetje schuin omhoog naar de oude. Hij snapte het niet helemaal, maar zoals altijd voelde hij dat het niet goed zat. Zouden mensen dat ook kunnen, dat voelen? Of zouden mensen alleen maar papieren tekeningen maken, praten en op ijzeren beesten rondrijden? Aan de ene kant was hij jaloers op de mensen. Zij hoefden zich geen zorgen te maken, maar hijHij ging eens verzitten, hapte naar een vlieg, maar was te langzaam. Mensen zouden dat ook eens moeten proberen, dacht hij. Gewoon op een blad in de zon zitten, happen naar een vlieg en vóelen 27

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 29