4 Even bijbomen. Kent u het tijdschrift Milieutijdingen? Een periodiek verspreidt door de directie Ruim te, Milieu en Water van de provincie Zee land? Zoniet, raad ik u aan om uzelf er op te abonneren. Het kost namelijk niets en wat krijg je tegenwoordig nou nog voor niets? Het tijdschrift verschijnt regelmatig en staat boordevol informatie over het beleid van de provincie Zeeland met betrekking tot milieu en natuur. Over het algemeen is het ge schreven op een manier zodat u en ik het ook nog snappen. In het decembernummer stond een stukje over het Eiland van de Meijer onder de kop "Een natuurlijk bos tussen twee kreken Dit artikel maakt twee dingen duidelijk: hoe onze provinciale beleidsmakers bezig zijn om op een zinvolle en praktische manier na tuur te laten maken en tegelijkertijd hoe krom en slecht de voorlichting hierover is. Wat is hier aan de hand? Om u duidelijk te maken wat de provincie wil met het eiland van de Meijer moeten we stukjes citeren uit het streefbeeld van dit natuurontwik kelingsproject. De Citaten zijn afkomstig uit Mi lieutijdingen en op hun beurt weer geciteerd uit het plan dat de Dienst Landelijk gebied in op dracht van de provincie schreef. "Nagenoeg het hele gebied wordt bedekt door het droog essen-iepenbos, het natuurlijke bosty- pe voor drogere zeekleigebieden. Dit is een hoogopgaand bos met veel kleine open plekken en lianen (klimop) en een goed ontwikkelde mantel en zoom met veel doornige struiken. De bodem is bedekt met klimop, maar op de voedselrijke delen komen ook grote keveror chis en geel nagelkruid voorOp de natste delen komt geen bos meer voor. Op de grillige lage oever wordt het bos dan ook afgewisseld met rietland. Klinkt niet slecht hè? Als je dit zo leest zou je gelijk volgende week gaan kijken om er lekker door heen te struinen en te genieten van een r c Door: Hans van Hage, kritisch natuurliefhebber t echt essen-iepen bos. Voordat u nu uw laarzer( aantrekt moet u nog even verder lezen. Wat dejj provincie vergeet te vertellen dat wij, maar ooft de generatie na ons dit zogenaamde eindbeelc nooit zullen meemaken. Het duurt namelijk hee lang voor deze streefbeelden gehaald worden Als ze ooit gehaald worden. Als alle omstandig heden meewerken mag je wel 150 jaar worder wil je het geschetste beeld zien. Als alle facto- ren meezitten. Maar bij het eiland van de Meijet' zijn niet alle factoren aanwezig. Er is namelijk1 een te laag grondwaterpeil. Het ligt, zoals de naam doet vermoeden, rondom in het water Zou het waterschap bereid zijn om het peil in de^ Otheense Kreek en de Bronkreek dusdanig te verhogen dat het eiland van de Meijer wél nal genoeg zou zijn voor het ontwikkelen van es- sen-iepenbos, dan zouden de meeste akkers j rondom de genoemde kreken onder water ko- men te staan. Dit zou de natuur in ruime mate] ten goede komen, maar ik denk dat er niet veel mensen in de omgeving hiermee zouden in- 1 stemmen. 1 Het gestelde streefbeeld is dus niet haalbaar. Isl dat dan erg? Welnee. Op de hele natte plaatsen 1 ontwikkelen zich riet- en zeggesoorten, op de iets drogere plaatsen wilgen en elzen. De iets drogere plaatsen zullen zich mogelijk gaan ont- wikkelen tot essen-iepen bos. En de allerdroog ste plekken, het overgrote deel, zal ook wel ooit een of ander bos worden. Het geheel zal er ove* 150 jaar niet minder mooi uitzien als geschetst, maar waarschijnlijk wél anders. Wat zeurt die vent dan toch, zegt u nu? Ik "zeur" omdat deze afdeling van de provincie vaak op deze manier met ons omgaat. Ze schetsen niet het beeld dat wij de komende ja ren op het eiland van de Meijer zullen zien. De enorme ruigte die gaat ontstaan, de distels, de brandnetels, de slechts langzame groeiende J plukjes schaamgroen die pas over een jaar of twintig op bosjes zullen gaan lijken. Met een beetje geluk zullen de bomen zichzelf daarna uü gaan zaaien en zal er daadwerkelijk een bos ontstaan. Zijn we weer 40 jaar verder. De plan-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 22