Vuurwerkplant (Dictamnus albus) kan op een warme dag zelfs zoveel olie verdampen dat een steekvlam ontstaat als er een vlammetje bij wordt gehouden. Lekkere luchtjes zijn vaak afkomstig uit één chemische groep, de terpenen. Stank wordt veelal geleverd door aminen. De aaslucht die veel Araceae produceren komt bijvoorbeeld van diaminen. Er is zelfs een amine met de veelzeg gende naam 'cadaverine'. De rol van geur in bloemen Geur in bloemen is veelal een lokkertje. Wij zijn kijkers, voor ons is de kleur van bloemen be langrijk. Veel bestuivers concentreren zich meer op geuren. In geur is meer variatie mogelijk dan in kleur. Dat komt door het verschil in de bouw van het oog en de neus. Daarnaast verliest kleur haar functie als het donker is. Geuren zijn meestal bedoeld om insecten te lokken. Daarvoor bestaan twee mechanismen; 'groepsluchtjes' en specifieke geuren. Aasbloemen kenmerken zich door de eerste strategie. Zij stinken en trekken op die manier in principe de aandacht van alle aasetende insec ten in de buurt. 'Aasbloemen' is een verzamel naam voor een bonte groep, waar orchideeën in zitten, maar ook cactussen, pijpbloemen en meer.Bij andere planten is de geur uitermate specifiek. In Midden-Amerika komen ongeveer 30 soorten van het orchideeën-geslacht Cory- anthesvoor. leder van hen produceert een geur die één bepaalde soort solitaire bij aantrekt. Bladgeuren Geur in stengels en bladeren heeft vaak andere eigenschappen. Geen enkele plant zal vraatin secten naar zijn bladeren willen lokken. Het zijn dan ook afweerstoffen die we ruiken. Coumari- ne in Gewoon reukgras en Lievevrouwebedstro is daarvan een goed voorbeeld. Deze stof is verantwoordelijk voor wat veel mensen een heerlijke hooilucht noemen. Het is een verbin ding die in de plant in twee delen ligt opgesla gen. Bij beschadiging van de cellen komen de twee delen bij elkaar en reageren tot coumari- ne. De stof ruikt wel lekker, een beetje naar ca ramel, maar is giftig. Bij overmatige consumptie veroorzaakt het inwendige bloedingen. Het heeft wet eens een aantal koeien het leven gekost. Een geurgazon In een geurgazon staan planten die bij kneuzing een duidelijke geur afgeven. De familie van de Lipbloemigen is hier sterk vertegenwoordigd met o.a. Munt, Wilde Marjolein en Tijm. Als u er goed aan ruikt zult u merken dat de geuren vaak wel wat op elkaar lijken. Dat is een ver schijnsel dat wel vaker voorkomt. Zo zitten bij de Schermbloemenfamilie allerlei soorten die naar anijs ruiken (Anijs, maar ook Kervel, Bleekselderij e.d.). In zo'n familie is een geur- stof tot ontwikkeling gekomen en veel leden van de familie gebruiken dat geurtje, soms met eni ge variatie. Geur en het lichaam Een verwant van het geurgazon is de geurbank. Dit is een aarden bank, waarop een sterk geu rend kruid is gezaaid. Kamille is heel geschikt, maar er zijn ook andere mogelijkheden. Deze banken vonden hun oorsprong in de 17e eeuw. In die tijd werd wassen als ongezond gezien. Eén keer per jaar was meer dan genoeg. U kunt zich voorstellen dat men daardoor nogal sterk rook. Daar was men toch ook niet zo blij mee. Een persoonlijk gesprek werd een oordeel. De geurbank bracht uitkomst. Als men daarop ge tweeën plaats nam, bracht het geplette kruid een sterke kamillelucht voort. Deze verdreef de lichaamsgeuren of drong ze terug tot een ac ceptabele achtergrond. Vervang de eigen geur! Tegenwoordig worden veel ingrediënten voor parfum kunstmatig gemaakt, maar de meeste komen oorspronkelijk uit planten. Rozenwater is een oud en beroemd ingrediënt van parfum. Yang-yang is een olie uit de gele bloemen van de tropische boom Cananga odorata. Het vormt tegenwoordig een sleutelelement in parfumbe reiding. Een inheemse leverancier van geuren is de Grove den (Pinus sylvestris). Uit de hars kan terpentine worden gemaakt, maar ook een serie geuren, zoals Pepermunt, Limoen, Nootmus kaat en Lavendel!! De hars is daarmee een grondstof voor de geur-industrie. De mens doet zo al meer dan 5000 jaar, met wisselend enthousiasme zijn best om niet naar zichzelf te ruiken. Toch kunnen partners elkaar, en baby's hun moeders, aan hun (eigen) geur herkennen. Zo slecht is de menselijke neus blijkbaar ook weer niet. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 21