r gekozen is het anderzijds zeer verwonderlijk dat deze werken geen verstoring betekenden voor Dodaars, Fuut, Roerdomp, Woudaapje en Por seleinhoen. Het gebaggerde slib is opgeslagen in een depot tussen Stekkerweg, Anthonykade en grensdijk. Tijdelijk zal dit gebied zeer aantrekkelijk zijn voor allerlei (broed)vogels van kale terreinen. Dat was zelfs dit jaar reeds te merken. De ont wikkeling op (vogel)gebied wordt er op de voet gevolgd. Met ingang van dit jaar krijgt het jaarlijks ver slag van het staatsnatuurreservaat CANIS- VLIET bij Sas van Gent (Zeeland) een gewijzig de inhoud. Het jaarrapport wordt net zoals oor spronkelijk een verslag met "vogelgegevens". Vogelonderzoek Canisvliet werd tussen 1 oktober '98 en 30 sep tember '99 124 maal bezocht. Er werden 144 soorten en ondersoorten waargenomen en 67 soorten hadden één of meerdere broedterritoria. Het broedvogelonderzoek verloopt volgens de gestandaardiseerde wijze van het Broedvogel Monitoring Project van SOVON. Er zijn vier proefvlakken: twee voor alle soorten (een met voornamelijk riet en een met bomen en strui ken) en twee voor akker- en weidevogels. Het ganse gebied tenslotte fungeert als proefvlak dat op een aantal landelijk te volgen soorten wordt gemonitord. Landelijk is er meer diversiteit in biotopen ge creëerd. Dat bewijst het groot aantal waargeno men soorten en het groot aantal broedvogel- soorten. De Grasmus bijvoorbeeld pikt gretig in op verruiging van de boomgaard en de nieuwe aanplantingen. De pias-dras toestand in de An- thonypolder is tot op heden aardig gerealiseerd, hetgeen zich laat aflezen in het toenemend aan tal broedende weidevogels. Het broedsucces van de weidevogels, zeker van grotere soorten, was maar matig hoewel hier aan niet echt onderzoek werd verricht. Feit is dat de nieuwe graslanden in de Anthonypolder en ten noorden van de kreek flink geëxploiteerd werden door Ekster, Zwarte kraai en Kauw. Ze- jker de Kauw is toegenomen. De vogels hebben vanuit Sas van Gent slechts een korte vlucht nodig om deze nieuwe voedselbron te bereiken. Kievitten, Kluten, Grotto's en Tureluurs waren dan ook voortdurend in de weer om hun legsels en kuikens te verdedigen. Het verder opschieten van de aanplant rond deze graslanden creëert nog meer uitkijkposten en broedgelegenheid voor deze soorten. Een vastlegging die kan meegenomen worden bij de verdere inrichting van het gebied. In de nieuwe pias-dras gebieden in de Canis- vlietpolder waren vooral de plotse en zeer hoge waterstanden in de eerste helft van april en be gin juni die voor de weidevogels funest waren. Diverse legsels onder meer van Kluut gingen verloren. Dit had te maken met de baggerwer- ken en zijn dus (gelukkig) als een éénmalig inci dent te beschouwen. Qua verslaggeving hebben we ons dit jaar be perkt tot een lijst waarop alle waargenomen soorten en ondersoorten zijn vermeld. Het is weinig gebruikelijk om van een bescheiden (van omvang) gebied als Canisvliet jaarlijks een uit puttende bespreking per soort te brengen. Voor wat betreft een aantal soorten is dit wel gebeurd vermits deze gegevens een zekere lokale regi onale significantie bezitten (onder meer ganzen en prooivogels) en voor een aantal 'uitzonderlijke' waarnemingen ten behoeve van het lokale vogelarchief. Voor enkel soorten wor den, hoewel ze regionaal en zelfs landelijk be lang hebben, geen details vermeld om de ver eiste rust te kunnen garanderen. Conclusie Het beeld van pleisterende ganzen en doortrek kende waadvogels was iets dat in Canisvliet de cennialang niet meer gezien was. De herinrich ting werpt steeds meer vruchten Af! Nu zijn de 'sporen' van de herinrichting nog duidelijk te merken, maar over een aantal jaren zal Canis vliet er als een heel 'natuurlijk' stuk Zeeuws landschap bijliggen. Op heel wat vlakken, niet enkel ornithologisch maar ook qua andere le vensvormen zal zich een heel rijk gebied ont wikkelen. De verwachtingen blijven (terecht) heel hoog gespannen. En nog is het eind niet in zicht! Een deel van de Anthonypolder wacht nog op inrichting, terwijl er nog heel wat kan verfraaid worden om de be leving voor wandelaar en natuurliefhebber te verhogen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 19