ken, kan de vleermuis haar weg niet meer vin den en wordt haar voedselgebied onbereikbaar. Jagende vleermuizen zijn vooral te zien in par ken en half open bosgebieden met veel water. Nadat vleermuizen genoeg insecten gegeten hebben, dat is soms al na een uurtje, gaan ze ergens hangen of vliegen ze terug naar de ver blijfplaats. Alleen op warme avonden en als ze jongen hebben gaan vleermuizen meer dan een keer op jacht. Dat vleermuizen juist 's nachts jagen is omdat ze dan minder zichtbaar zijn voor roofvogels. Bovendien hebben ze dan min der last van concurrentie met vogels die ook op insecten jagen. Tussen de jachtmethoden van de verschillende soorten bestaan grote verschillen. Zo vliegt de rosse vleermuis hoog en snel en lijkt daarbij op de gierzwaluw. De watervleermuis en de meer- vleermuis vangen insecten door pal boven het wateroppervlak te vliegen. De grootoorvleer- muis jaagt tussen boomtakken of zelfs in open staande schuren en heeft een langzame en zeer wendbare vlucht. Kwetsbaar Hoewel vleermuizen lang kunnen leven en wei nig natuurlijke vijanden hebben gaat het toch niet goed met ze. Van de 21 soorten vleermui zen die in Nederland zijn gevonden, zijn vijf soorten erg zeldzaam. Tenminste vijf (andere) soorten zijn de afgelopen vijftig jaar erg zeld zaam geworden of geheel verdwenen. Toen uit tellingen bleek, dat de meeste soorten sterk in aantal achteruit gingen en enkele soorten zelfs uit ons land verdwenen waren, zijn alle soorten vleermuizen in 1973 bij de wet beschermd. Het is niet toegestaan deze dieren te doden, te van gen, te verstoren of in bezit te hebben. Veel verblijfplaatsen zijn in de loop der jaren verdwenen of ontoegankelijk geworden voor vleermuizen. Bomen worden gekapt, spouwmu ren opgevuld, oude gebouwen worden gereno veerd of veranderen van functie. Veel bestrij- dings- en houtconserveringdmiddelen doden niet alleen de schadelijke insecten, maar vergif tigen ook vleermuizen en hun jongen. Verande ringen in het landschap hebben ook een nega tief effect gehad, omdat jachtgebieden en vlieg routen verdwenen zijn. Doordat een vleermuis meetal maar een jong per jaar krijgt, duurt het erg lang voor een groep weer over zo'n tegen slag heen is. Bescherming Vanaf 1960 proberen natuurbeschermers de vleermuizen tegen deze 'aanslagen' te bescher men. Zij proberen zo veel mogelijk van het leef gebied van de vleermuis te behouden of te ver beteren. Dat is iets waar ook u een steentje aan bij kunt dragen. U kunt in uw tuin inheemse struiken en planten zetten die ook 's nachts geuren, waar dan insecten op afkomen. Kam- perfoelie, teunisbloemen en marjolein zijn maai 9 een paar voorbeelden. v Ook natuurlijke vijvers trekken insecten en dus s ook vleermuizen aan. U kunt ook schuilplaatsen I" voor vleermuizen maken door een vleermuizen- f" kast op tenminste 3 meter hoogte op te hangen s of een 2 cm smalle opening onder de gevelbe- s timmering aan te brengen. I Lezing, tentoonstelling en excursies in Zeeuws Vlaanderen. Vleermuizen zijn niet eng of gevaarlijk, zoals 1 sommigen denken, maar interessant en nuttig. Hoe meer er van vleermuizen bekend is, des te I beter kunnen ze beschermd worden. Op vrijdag 24 maart 2000 komt de amateur- bioloog Zomer Bruijn op uitnodiging van na tuurbeschermingsvereniging De Steltkluut naar bezoekerscentrum De Baeckermat te Westdor- pe voor een lezing over vleermuizen. Hij baar de opzien door als eerste prachtige gedetailleer de foto's te maken van jagende vleermuizen. In het volgende artikel in deze Steltkluut kunt u een gedeelte van het interview van Monique Bestman met Zomer Bruijn lezen. Bent u aangestoken door het vleermuizenvirus: geeft u dan op als vrijwilliger bij de Zoogdier Werkgroep Zeeland (zie pagina 24). Vanaf mei wordt een cursus gehouden voor vrij willigers en natuurgidsen kunnen zich bijscho len voor het verzorgen van avondexcursies. Verder zal in de maanden juni, juli en augustus een vleermuistentoonstelling door het IVN afd. Zeeuws Vlaanderen naar Zeeuws Vlaanderen gehaald worden en houdt Staatsbosbeheer we kelijks avondexcursies.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 12