JT
Vogelopvang
Door: Willy de Kock
ideraan het lijstje van contactadressen
arkgroepen staat nog steeds mijn naam
adres. De laatste tijd kom ik nogal wat
ensen tegen die daarover vragen stellen,
van: wat doe je daar nog aan? En zoals
dat gaat, wat de één denkt, neemt de an-
der voor een feit over. "Ik hoor dat je er-
ee gestopt bent". Als je dan reageert
et hoe kom je daarbij?', is het antwoord
aag. Wel is mij gevraagd bij de Vogel-
arkgroep eens een uitleg te geven over
|- at functioneren van de vogelopvang.
Maar aangezien ik dan maar enkele men
sen bereik, lijkt het mij beter een en ander
in de Steltkluut uiteen te zetten.
oei en middelen
nze vereniging staat voor het behoud van
:le natuurwaarden in het werkgebied. Daaron
der valt ook het waken over de vogelstand of-
el de populaties in onze regio. Nooit is er
serieus sprake geweest van het oprichten van
een vogelasiel, hoewel daarover wel eens is
sbrainstormd. Telkens bleek echter dat dit
geen haalbare kaart was. Locatie, beman
ning, financieel plaatje e.d. waren struikel-
lokken. Men koos voor het centraal vo-
ielasiel "de Mikke" in Middelburg, waarheen
orobleemvogels moesten worden gebracht. In
ezen werd onze vogelopvang daar dus een
erlengstukje van. Later kreeg dierenarts
Teert de Bruyckere in Breskens een asielver-
junning voor vogels. Toen werd de opvang-
ijn dus ingekort en moesten de vogels naar
Breskens worden gebracht. Dat werkte uitste
kend, maar het resultaat was teleurstellend.
Niet dat het aan Geert lag, maar de patiënten
'seten het afweten.
In de loop der jaren dat ik vogels aangeboden
kreeg, heb ik menigmaal moeten kiezen voor
een snel transport naar Breskens ofwel een
rustpauze voor de vogel inlassen. Omdat
weggebrachte vogels vaak de andere dag
doodlagen, koos ik uiteindelijk voor een dag
rust om te zien of de vogel nog te redden
was. Reageerden ze niet op aangeboden voed
sel en water, dan waren ze voor een groot deel
in een terminale fase en was het zinloos om
nog tijd en moeite te besteden aan een rit naar
Breskens.
Soms werd er op aangedrongen een vogel di
rect naar het asiel te brengen, alsof daar een
soort wonder dokter zit. Ook moest ik wel eens
een opmerking horen als ik een vogel aan een
snel einde hielp. Men vergeet dan dat je ook
een dier kunt helpen door het uit zijn lijden te
verlossen.
In de natuur gaat het vaak anders: Vogels met
gebroken vleugels kunnen dagenlang liggen
worstelen tot een infectie of een kiekendief ze
helpt in hun doodsstrijd. Voor emoties en mede
lijden is geen plaats in de natuur. Daar geldt al
leen de harde realiteit.
Waarom dan toch al die moeite? Zoals gezegd
zijn we bezorgd over de vogelstand in ons ge
west en als een individu van een bedreigde
soort in de problemen zit door ziekte of een on
geval kunnen we dat gewoon niet negeren en
proberen er wat aan te doen. Maar nogmaals,
het is vaak vechten tegen de bierkaai.
Inherent aan het voorgaande is natuurlijk de
selectie. Met kansloze vogels moet je niet gaan
sjouwen en niet bedreigde of zee algemene
soorten krijgen ook gen prioriteit.
Het vogelasiel
In ons land zijn veel vogelasiels waar men het
principe huldigt van hulp aan elk individu zon
der onderscheid van de soort, dus zuiver op
emotionele basis. Vogelbescherming Nederland
steunt deze denkwijze en tracht lijn te brengen
in opzet, behuizing en verzorging van vogels. Zij
verlenen het predikaat érkend 'vogelasiel' als
aan deze normen wordt voldaan.
Hoewel ik bewondering heb voor hetgeen die
mensen doen, rijzen bij mij vele vragen, te we
ten: is het zinvol elk individu te helpen? Voor
een gezonde vogelstand is het toch allemaal
goed geregeld in de natuur? De kneusjes vallen
af en alleen de streken blijven over. Moeten we
dan die zwakke stumpers weer op de been hel-
19