Oostelijk deel Perkpolder, van lage akkers naar drasse weilanden; van kluiten naar kluten Het deel van de Perkpolder ten oosten van de veerhaven is vrij laag gelegen en er zijn enkele zoute kwelplekken. Het wordt geheel omsloten door dijken: de Zee dijk, Veerplein en de Kalverdijk. Door de ligging nabij de Westerschelde, de invloed van zoute kwel, de beperkte landbouwkundige kwaliteiten en de afgesloten ligging (waterhuishouding) zijn in dit poldertje uitstekende mogelijkheden de natuurwaarden te verhogen. Het is een ideale locatie om door middel van maaiveldverlaging en waterpeilverhoging in te richten als inlaag. Het waterpeil dient natuurlijk te zijn, hoog in de winter en laag in de zomer. Vierbaansweg Perkpolder - Kloosterzande: van asfalt naar moeras De Kalverdijk en de Mariadijk vormen hier de landschappelijke hoofdstructuur en dienen bij de doorsnijding zoveel mogelijk te worden her steld. Dit kan door: herstel oude dijkprofielen aanplant met dezelfde beplanting als de dij ken Viaduct Den Eeck De viaductoprit aan de zuidkant kan worden omgevormd tot vliedberg met ringgracht. In Zeeuws Vlaanderen zijn her en der nog restant van vliedbergen te vinden o.a. Zaamslag De viaductoprit op noordelijke terrein kan recre atief worden ingericht. We denken hierbij aan een hoog gelegen paardenoefenterrein grote paardenbak) met een laag dijkje rondom. Overhoeken kunnen worden ingericht met poe len en streekeigen beplantingselementen. Vierbaansweg viaduct Den Eeck-Kuitaart Hier komt alleen de westelijke 2-baans weg vri Deze zeer smalle strook kan aansluitend aan de bestaande beplanting landschappelijk worden ingericht, eventueel samen met een wandel of ruiterpad. De dijken Tasdijk Kwikstraat en St. Josphstraat vormen hier de landschappelijke hoofdstructuur en dienen bij de doorsnijding zoveel mogelijk te worden hersteld. Dit kan door: herstel oude dijkprofielen aanplant met dezelfde beplanting als de dijken Landschapselementen als ecologische vei bindingszone Kleine landschapselementen worden in het na tuurbehoud zelden op de voorgrond geplaatst. De meeste aandacht gaat uit naar de 'grote' bi otopen, naar de natuurreservaten. Ze vormen de ruggengraat van het natuurbehoud. Kleine landschapselementen vormen bij uitstek het bindmiddel tussen de grotere biotopen: verbin dingsroutes of stapstenen voor planten en die ren. Samen met de grotere biotopen vormen ze de landschapsecologische infrastructuur. Kleine landschapselementen zijn mensenwerk. Ze zijn destijds door mensen aangelegd en be heerd vanwege hun functie in het toen gangba re landbouwsysteem. Ze zijn door mensen ver waarloosd of verwijderd vanaf het moment dat ze niet meer nodig waren op het boerenbedrijf. Het is ook aan mensen te danken dat er kleine landschapselementen behouden zijn gebleven en zelfs weer nieuw worden aangelegd. De uit sluitend landbouw-economische waardering heeft plaats gemaakt voor erkenning van de cultuurhistorisch, ecologische en visueel land- 10 -

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 12