kraanvogels, die in de verte op de akker aan het foerageren waren, richting slaapplaats. Ze trek ken in grote V-formaties pal over ons hoofd. Het schel trompetterend geluid is overal om ons heen te horen. Een indrukwekkend orkest, door de heuvels weerkaatst. We worden er allemaal stil van. Ademloos nemen we dit fenomeen in ons op, en vertellen ons geheugen dit voorgoed op te slaan. Het zal moeilijk worden de kick van deze ervaring te evenaren. Dan volgen we de vogels naar hun slaapplaats, een paar valleien verder. Op een strategische plek staat een hut, van waaruit je een groot gebied overziet. Flinke aantallen kraanvogels zijn reeds gearriveerd, en er komen nog honderden bij. Jean en Henk houden de telling bij en tegen 't vallen van de avond staat in de notulen: 2400 kraanvogels Een buitengewone eerste dag van een buiten gewoon weekend. Het wordt zoetjesaan tijd om de inwendige mens te versterken, dus breken we op en gaan terug naar Torgny. Voor de maaltijd melden we ons in het enige café dat het dorp rijk is. Alex voegt zich hier bij ons en is gewillig gehoor voor onze enthousiaste verhalen. We zitten hier vlak bij de Franse grens, wat voor eten en drinken een gunstige locatie blijkt te zijn. Een goede Belgische pint tegen de dorst, en op je bord her ken je de Franse keuken. We genieten van de goede zorgen in café "La Romanette" en zoeken op een nog fatsoenlijke tijd het pension maar eens op. Ook hier blijft niets te wensen over. Een zeer gastvrije ontvangst in een sfeervol Ar- dens onderkomen. "L' Escofiette"; een statig he renhuis met royale hoge kamers, veel antiek en gezellig krakende vloeren. Een gids van Cham- bre d'Hotel - hotels vertelt dat het vroeger een kostschool was. Als ik m'n ogen sluit voor de nacht, heb ik nog kraanvogels op m'n netvlies. De volgende morgen zijn er vier heel vroege vo gels onder ons die ruim voor de afgesproken ontbijttijd er al op uit trekken. Ik hoor hun ver trek in luie vrede aan en denk: 9 uur is vroeg genoeg! De ontbijtdis is een feest op zich. Het ontbreekt werkelijk aan niets. Dan gaat een veelbelovende zaterdag van start. We zoeken dezelfde locaties nog eens op waar we gisteren in vogelvlucht langs zijn geweest. We genieten van de omgeving en het zonnetje, dat zich steeds vaker door de voorbij sprintende wolken laat zien. In de middag gaan we op voorstel van Henk wat verder Frankrijk in, richting I' Etang Lachaussee. De zeearend is daar gesignaleerd en iedereen is gemotiveerd om daar een wat langere rit voor te ondernemen. Voor mij ook een nieuwe soort. Aangekomen stappen we in de laarzen en gaan wederom aan de wandel. In ons kielzog een Fransmanvogelaar, die de aanwezigheid van de zeearend bevestigde. Den Oscar vindt het tijd voor een tukje en laat het soorten jagen even voor wat het is. Slimme man. Na een klein half uur rond hobbelen, ziet Alex de Fransman zwaaien en wijzen, wat maar een ding kan bete kenen: Zeearend in Aantocht. Tja, daar heb je eigenlijk geen verrekijker voor nodig. Die zie je zo ook echt wel. De buizerds die hem proberen te verjagen, lijken gefrustreer de torenvalkjes vergeleken bij zijn afmeting. La ter onderneemt ook een kraai nog een heldhafti ge poging om van de vliegende deur af te ko men maar veel indruk maakt dat niet. Alsof on ze opwinding effect heeft op de rest van de om geving, laat de verborgen roerdomp zijn diep, dof 'proemb' steeds frequenter horen. We heb ben de arend ongeveer twintig minuten in beeld, zien nog een ooievaar en herinneren ons dan onze schone slaper. Terug bij de auto zijn we gelukkig op tijd om Oscar op de reus te wijzen, 't Zou wat zijn... Na dit spektakel, keren we op onze schreden terug, richting Billy. Bij dezelfde hut hebben we deze namiddag veel verder zicht dankzij beter weer. Toch komen de kraanvogels deze avond lang niet zo dicht bij als de dag ervoor. Hebben we gisteren teveel lawaai staan maken? Door de telescopen zien de mannen nog van alles: tussen de kieviten zitten goudplevieren, een blauwe kiekendief vliegt over, Henk ziet een wil de kat, Alex een klapekster, en ik scoor nog een verre vos. De gure wind doet ons vroeger afha ken dan gisteren de regen. We gaan richting verdiende warme maaltijd. De avond verloopt vrijwel identiek aan de vorige, niks mis mee. Zondagmorgen voel ik me fit en vief en waag een wandeling voor het ontbijt. Een keer buiten volgen Alain en Alex mij hetzelfde heuveltje op, maar ik heb zin in even alleen. En zo kies ik een pad dat me door een stukje bos met een om weg weer naar Torgny leidt. Boven m'n hoofd verschijnt een rode wouw. Op zich leuk, maar ik hoor de jongens al lachen, als ik het ze straks

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 31