Oranjetipje Het mannetje is heel duidelijk herkenbaar aan de fel oranje vleugel punten. De vrouwtjes zijn wit van boven met een zwarte vleugelpunt. Aan de onderzijde heeft het vrouwtje een prachtige olijfgroene tot bruine marmertekening. Ze is zit tend uitstekend te herkennen, maar vliegend is ze niet of nauwelijks te onderscheiden van het Klein koolwitje of het Klein geaderd witje. Citroenvlinder Het mannetje is groot en fel geel. Het vrouwtje is minder geel, maar iets geler dan de kool witjes en de zwarte punt op de puntig gevormde voorvleugels ontbreekt. Op de onderzijde is de grijsrode ronde vlek kenmerkend. Gele luzernevlinder Deze zeer zeldzame trekvlinder is geel en heeft grote zwarte vleugelpunten met geel-witte vlek jes en op de onderzijde een witte, roodomcirkel- de vlek. Oranje luzernevlinder Deze zeer zeldzame trekvlinder is oranje-geel en heeft zwart gebandeerde voor- en achter vleugels en op de onderzijde een witte, roodom- cirkelde vlek. 3. de tijd van het jaar (zie de vliegtijdtabel) Veel dagvlindersoorten vliegen in een bepaalde periode van het jaar. Dit is weer afhankelijk van het stadium waarin een soort overwintert en het aantal generaties dat een soort in een jaar voortbrengt. Vroeg in het voorjaar vliegen de soorten die als vlinder overwinteren. Dit zijn o.a. de Citroenvlinder, de Kleine vos, de Dagpauw oog en de Gehakkelde aurelia. Uit de tabel kun je afleiden welke soorten er in een bepaalde periode vliegen. 4. de vlindersoorten die in Zeeuws Vlaanderen inheems zijn en de trekvlindersoorten die jaar lijks tot bij ons komen kunt u in de tuin tegenko men. 5. de mate van zeldzaamheid van een soort, houdt in dat een zeldzame soort veelal in een natuurgebied voorkomt en zelden in een tuin. Een uitzondering is de Koninginnepage die wel vaak in tuinen wordt gezien. Tuinformulier Noteer de waargenomen soorten eens op het tuinformulier. Vaste-locatieformulier kunnen we het ook noe men, want het is eventueel ook te gebruiken voor een parkje, dijkje, bos of een aantrekkelijk plekje waar je regelmatig komt. Noteer alleen die vlinders waarvan je zeker weet welke soort het is. Bij twijfel of bij een zeldzame soort even contact opnemen met Joop de Bakker (0114-690482) of Eddy Tael- man (0114-311362). Op het eind van het vlinderseizoen stuur je het formulier, of een kopie ervan, naar de Insecten werkgroep van de Steltkluut. Alle gegevens zijn zeer welkom, ook al heb je maar een paar waarnemingen of enkele weken wat vlinders ge noteerd Dagvlinderatlas De gegevens van het formulier worden inge voerd in de computer en doorgezonden naar de Vlinderstichting in Wageningen. De gegevens worden gebruikt voor de nieuwe dagvlinderatlas van Nederland en voor de regionale atlas van de provincie Zeeland die in het jaar 2000 of 2001 zal verschijnen Cursus Bij voldoende belangstelling zijn we bereid een korte cursus te organiseren. Op één (dia)avond wordt u al veel wijzer en kunt u een aantal vlin- dergidsen en boeken bekijken! Schroom niet om u, voor 30 april, op te geven voor een korte cursus. Datum en plaats in overleg met cursis ten. Neem contact op met Joop de Bakker (0114- 690482) of Eddy Taelman (0114-311362). Wij helpen u graag op weg! trekvlindersoorten De kans dat u een soort in de tuin krijgt, die hier nog nooit is waargenomen is heel klein.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 25