OVER ZEEHONDEN EN ZUID-BEVERLANDSE GASTVRIJHEID 10 jaar beschikken over de 'Vogelgids",de 'Peterson' of de 'Kist'. Een openbaring na Zien is Kennen" en "Wat vliegt daar?". We gebruikten natuurlijk ook de weergaloos goede N.J.N.-uitgaven van Luuk Tinbergen als "Veldkenmerken van Steltlopers, Zwanen, Ganzen en Eenden" en "Roofvogels". In de literatuurlijsten kwam je altijd dezelfde verwijzingen tegen: G.Niethammer, "Handbuch der deutschen Vogelkunde", Otto Kleinschmidt: "Die Raubvogel der Heimat". Ergens anders las je over Otto Jttendorfers "Die Ernahrung der deutschen Raubvogel und Eulen". Boeken die je eigenlijk op de plank wilde staan hebben, maar dat was een wensdroom: ze waren niet meer te krijgen. Werden er eens enkele exemplaren antiquarisch aangeboden dan waren ze niet te betalen. Daarom de opmerking aan het begin van dit stukje: Duitsers doen dikwijls goede dingen. Al die standaardwerken, die "Klassiker der Ornithologie" worden opnieuw uitgegeven. Nog voor betaalbare prijzen ook als je de ;oers een beetje in de gaten houdt. gemakshalve nemen we het bestellijstje op, maar u zult het niet nodig hebben. "De Bladkoning" of een van zijn collega's zal ze binnenkort ook wel aanbieden en het oldertje waarin ze aangekondigd worden, toesturen. Wij vonden het alvast ngesloten bij het "Handbuch". Een goede raad voor de vogelaar op jaren?Leg vanaf iu al wekelijks een paar guldens opzij: twee keer niet naar de disco dan krijg je nog geld terug en bovendien hoor je dan over 30 jaar de vogels nog fluiten ook, anders denk je dat ze alleen zitten te happen. Ze zijn het stuk voor stuk waard die boeken. Om te bezitten maar vooral om ze regelmatig te raadplegen. Duits is niet altijd even eenvoudig, maar dat woordenboekje van Van Gemert, daar zijn er zoveel van gedrukt, dat vind je bijna op elke snuffelmarkt. Voor heel weinig geld zelfs! Door Henk Castelijns. Op zaterdag 19 juli 1997 vertrokken we met tienen vanuit Perkpolder met de aerboot naar Kruiningen om bij het Schor van Waarde naar Zeehonden te gaan kijken. ,3oed en wel aan de overkant kwam vanuit het noorden een onweer opzetten. We eden het dorp Waarde in om een schuilgelegenheid te zoeken. Helaas was er in het orp geen café of iets dergelijks te vinden, zelfs niet tegenover de kerk. Gelukkig iond er ergens een schuurdeur open en mochten we van de eigenaar daarin schuilen. Zo nu en dan ging ik buiten kijken of de lucht nog niet opklaarde. In een ;ndere schuur zag ik ook mensen schuilen. In onze schuur werd koffie gedronken, in de andere schuur bier. Een café op Waarde zou niet misstaan! Na de bui togen we verder richting Schor van Waarde. Aan de uiterste oostzijde dommen we op de zeedijk. Het was hoog water, vlak onder de dijk dook een Zeehond onder. Wat verder van ons zwom er haast onzichtbaar nog één. De Zeehond die we het eerst zagen kwam wat verderop boven om onmiddellijk weer onder water te verdwijnen, dat herhaalde zich enkele keren. Met een telescoop was

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1997 | | pagina 17