DE STELTKLUUT Waarnemingen Gedrag Pagina 9 Op 11 augustus werden er 3 mannelijke dieren ontdekt in de noordelijke slootrand van Zwartenhoek. Het betreft hier, voorzover we weten, de eerste waarneming voor Zeeland en veruit de meest westelijke voor Nederland en Vlaanderen. In het onderstaande tabelletje wordt een overzicht gegeven van de datum, het aantal dieren en de waarnemers. Het betreft steeds mannelijke libellen (en waarnemers) en steeds in dezelfde sloot. Datum Aantal Waarnemers 11-8 3 Wim Wisse, Lucien en Bram Calle 13-8 3 Peter Geene, Richard Witten en Lucien Calle 18-8 0 Lucien Calle 20-8 1 Alex Wieland en Lucien Calle 6-9 0 Alex Wieland 13-9 1 Lucien Calle 14-9 0 Robert Goossens, Pepijn en Lucien Calle Veestal zaten de dieren te zonnen op een kruidachtige stengel, vlak boven het water van de sloot. Af en toe waren er korte vluchten, ook steeds laag boven het water, waarbij bleek dat de dieren enkele vaste rustpunten hadden. De dieren kwamen slechts zelden boven het maaiveld van het omringende grasland en akker uit. Enkele keren werd waargenomen dat een insect door de libellen uit de lucht werd gepakt tot een hoogte van zo'n 5 meter boven het maaiveld. De dieren waren verstoringsgevoelig. Bij benadering (voor het maken van een foto) gingen ze gemakkelijk op de vlucht, om dan een klein stukje verder weer precies zo te gaan zitten. Eenmaal werd waargenomen dat een libel een soort van eiwerp-beweging maakte, laag bver het water vliegend steeds met het achterlijf een zwaaiende beweging naar het wateroppervlak makend, alsof hij een wijfje beethad en tezamen met haar eiwerp- -ewegingen maakte. Een keer, op 11-8, werd zo rond 6 uur 's avonds, toen er een rand schaduw over de sloot viel, waargenomen dat de dieren wat dieper in de vegetatie gingen zitten, kennelijk om daar de nacht door te brengen. Met uitzondering van 13-9, zaten de dieren steeds in de vegetatie en hoogst zelden op de grond. Op 13-9, waren de weersomstandigheden een stuk slechter. Zo'n 17 graden, oen felle westenwind en half bewolkt. Op deze dag zat het overgebleven dier bijna steeds op de grond, op open zanderige stukjes op de warme zuidhelling, doch ook nu veer steeds dicht bij het water. Opvallend was ook de grote plaats trouw aan het stukje sloot. Op de verschillende dagen werden ook de andere gedeelten van Zwartenhoek op libellen geïnventariseerd. De Sandheidelibellen werden echter nooit buiten de betreffende sloot waargenomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1997 | | pagina 11