I DE STELTKLTJTJT PESTVOGELS IN ZEEUWS-VLAANDEREN -1099 \/m moorM008 (n 17»] grafiek 1 Het is echter niet mogelijk om dubbeltellingen uit te sluiten, want bij voorbeeld een bepaalde vogel kan op 29-01-96 in Cadzand gezeten hebben en op 05-02-96 in Breskens zijn waar genomen. Daar tegenover staat dat er waarschijnlijk een groot aantal vogels over het hoofd is gezien. In totaal zijn er in Zeeuws-Vlaanderen zeker 175 Pestvogels waargenomen. Er is dus sprake van een voor Zeeuws-Vlaamse begrippen redelijk grote invasie. Het merendeel van de waarnemingen werd verricht tussen eind januari en eind februari, zie grafiek 1. In maart werden nog slechts een enkele waarnemingen verricht, dit be trof oa. een groep van 22 langstrekken de exemplaren in Terneuzen. De mees te vogels waren slechts kortstondig aanwezig, enkele uren tot een dag. Al leen in Breskens en Terneuzen waren gedurende langere tijd (januari - maart) Pestvogels aanwezig. De lengte van de aanwezigheid was sterk afhankelijk van de hoeveelheid bessen. Wanneer er zoals in Sluiskil en Sas van Gent een groep van 30 ex. in je bessenstruik landt, is het snel gedaan met de bes sen. In de bloemenbuurt in Terneuzen was een clubje enkele dagen aanwezig, zie grafiek 2. Deze vogels hielden zich meestal op bij een bessenstruik nabij een school. Een mannetjes Merel moest ook de winter doorkomen met deze bessen en daarom probeerde deze de Pestvogels weg te jagen. Af en toe splitste er een groepje af om zich te verspreiden over de rest van de buurt. PESTVOGELS BLOEMENBUURT TERNEUZEN Op 02/2 is er niet gekeken of de Pestvogels nog aanwezig waren. Na 04/2 waren ze weg. grafiek 2. De Pestvogels foerageerden op besjes (Vuurdoorn, Gelderse Roos, Cotaniaster, Ligus ter en Indische kers), rozebottel en fruit (appel, sierappels en peer). In grafiek 3 is dit weergegeven (per waarneming). In Cadzand vloog een Pestvogel tegen een ruit met nog

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1996 | | pagina 12