20 jaar plantengroei op knotwilgen
door Peter Maas
Het is bekend dat knotwilgen, en dan vooral de oudere bomen, aan heel wat
plantensoorten een groeiplaats kunnen bieden. Twee lokaties in Oost-Zeeuws
Vlaanderen werden in 1974 door Mare Buise op plantengroei geïnventariseerd.
Nu, precies 20 jaar later, Is deze inventarisatie herhaald. Het is dankzij het
nauwkeurige verslag dat destijds In de Steltkluut verscheen, dat we de
plantengroei over zo'n lange periode heen, kunnen vergelijken.
Steenovens en Mauritsfort
Twee kleine gebiedjes, hun schoon
heid en natuurwaarde met name te
danken aan de begroeiing met
knotwilgen. Mauritsfort, inderdaad een
restant van een fort, daterend uit de
80-jarige oorlog, gelegen even ten
zuiden van Hoek. Steenovens, waar
ooit eens met ter plaatse gewonnen
klei, stenen gebakken werden, ten
zuiden van Zaamslag. Beide lokaties
staan reeds lang op het aktiviteiten—
schema van de plaatselijke knotgroep.
Vrijwilligers van de Steltkluut gingen al
in de winter van '71/72 aan de slag in
de Steenovens. Het jaar daarop, in de
winter van '72/73 werden de
knotwilgen aan Mauritsfort geknot.
Sindsdien zijn de bomen op beide
lokaties geregeld onderhouden.
73 bomen in 1974
Mare onderzocht de bomen op
plantengroei in 1974. Het waren er
toen 73 in totaal: 29 knotwilgen in
Mauritsfort, 42 knotwilgen en 2
knotpopu lieren aan de Steenovens.
Per iedere afzonderlijke boom
noteerde hij alle hogere planten. De
bomen aan de Steenovens omschreef
hij als van middelbare leeftijd en
verkeerden in een florissante staat.
Voor het laatst geknot in '71/72.
Opvallend was toen het massale
voorkomen van Bitterzoet en enige
soorten grassen. Verder waren
Meidoorn, Hondsroos en Vogelmuur
goed vertegenwoordigd. Als opval
lende soorten kunnen nog genoemd
worden Hop, Mannetjes-varen en
Eikvaren. De bomen aan Mauritsfort
waren van dezelfde leeftijd, maar
zagen er verwaarloosd uit. Voor het
laatst geknot in '72/73. Ook hier was
'gras' het meest voorkomend, samen
met Fluitekruid en braam. Over het
algemeen was de plantenrijkdom
aanzienlijk minder uitbundig dan bij de
Steenovens. Vermeldenswaard was
het voorkomen van Mannetjesvaren.
55 bomen in 1994
Het aantal bomen dat we er nu nog
aantreffen bedraagt 55: 20 knotwilgen
op Mauritsfort, 34 knotwilgen en 1
knotpopulier aan de Steenovens.
Verreweg de meeste bomen laten zich
nu omschrijven als oud tot zeer oud
en in vele gevallen is het binnenste
van de bomen door vermolming totaal
verdwenen. De bomen aan de
Steenovens zijn in de winter van
'93/'94 nog geknot zodat er ten tijde
van de inventarisatie de pruik nog
zeer bescheiden was. Meest
algemene soort is er het Bitterzoet,
samen met Vogelmuur, gevolgd door
Hondsroos en Kropaar. Opvallend is
het talrijke voorkomen van Kruisbes,
soms wel 10 struikjes in één knot.
Bijzondere soorten zijn voorts de
Gewone eikvaren en de Dolle kervel.
Bij Mauritsfort is het weer enige jaren