De/e netten zijn namelijk schuin georiënteerd waarmee prooien kunnen worden verzameld. In con trast hiermee kon worden vastge steld dat de iets grotere netten van de Kruisspin vertikaal opgehangen zijn, waardoor weer andere prooien gevangen kunnen worden. Vooral de Hcrfstspin is in het bos zeer algemeen. We konden zien dat man netjes zich dikwijls in de buurt van het web van de vrouwtjes aanwezig waren. in het bos werd nog een derde meer zeldzame wielwebspin waargeno men: de Gewone knobbelspin met een typische knobbel op het achter lijf. In het vertikaal opgehangen web bevindt zich een typische structuur van dicht geweven dra den: het zog. stabilimentum. In lager struikgewas en tussen planten waren Kogelspinnen algemeen zoals de Gewone tandkaak, het web bestaat uit een wirwar van draden. Verder tussen de vegetatie veel Hangmalspinnen zoals de Kruid- hangmatspin en het Slank wevertje. Hun net ziet eruit als een hangmat rrtet daarboven struik eldra den waarbij de spin omgekeerd in de hangmat ligt. Een derde vertegen woordiger van de Hangmatspinnen was de Oranjepoot, 2mm groot met oranje poten. Bouwt zeer kleine webjes op bladeren en takjes. De/e spin was zeer algemeen als we wer kten met het sleepnet. Hangmatspinnen zijn de talrijkste spinnengroep van België en Neder land. In België komen meer dan 250 soorten voor en ze leven in het strooisel en nabij de bodem. Ze zijn makkelijk te vangen met bodem- vallen waarmee tijdens de excursie trouwens gewerkt werd. Op deze manier werden 'de Gewone veld- dwergspin en de Bolkopvelddwerg- spin verzameld. In een sloot met neerliggende vege tatie maakten we kennis met de ecologische groep van de Jachtspin- nen: deze spinnen gebruiken geen net maar maken actief op passief jacht op de prooidieren. Zeer alge meen was de Tuin wol fspin, beho rend tot de Wolfspinncn, die zoals wolven de prooi achtervolgen en buitmaken. Eveneens was de Riet- zakspin die behoort tot de Struik- zakspinnen. Deze familie leeft overdag verborgen in een zelf ge weven zakje en sluipt 's nachts rond om prooien te vangen. In het moeras was de Rietkruisspin met het kenmerkend achterlij fpatronn zeer opvallend aanwezig. Deze wielwebspin schuilt in een opval lende, zelfgemaakte schuilplaats tussen bijvoorbeeld pitrusknoppen aan de rand van haar wiclweb. Tussen de pitrusbulten troffen we ook een Kamstaartje aan, namelijk het roodachtig gekleurde Moeras- kamstaartje. De familienaam duidt op de vorm en plaats van de spinle- pels: opvallend lang en op één rij. Bij andere spinnen vormen de te pels een gemeenschappelijk konisch bultje. Tenslotte werd nog een Strekspin waargenomen, de Gewone. Deze spinnen bouwen een wielweb maar hangen dit horizontaal op tussen de vegetatie of vlak boven het water om zodoende op en neer bewegende prooien te vangen. Tijdens de excursie werden dus 15 soorten spinnen waargenomen. In een dergelijk afwisselend terrein komen echter makkelijk 50 soorten spinnen voor. Als kennismakings excursie kozen we evenwel voor de meest algemene soorten. Bovendien is bij spinnen het seizoen ook heel belangrijk, veel soorten zijn name lijk seizoensgebonden. (Rob Bos nians) 139

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1994 | | pagina 21