DE ZWARTE ROODSTAART
als broedvogel te Hulst in 1994
door Mare Buise
Thans is het moeilijk voor te stellen dat de Zwarte
Roodstaart ca. 25 jaar geleden in oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen een zeld
zame verschijning was, beperkt tot enkele oude kernen zoals Hulst en Ter-
neuzen en het dekzandgebied met vlas- en textielnijverheid.
Sponselee Buise (1975) noemen de soort (omstreeks 1970) een zeer schaar
se 1-10 paar) broedvogel, in toenemend aantal.
Landelijk was de soort toen vooral een broedvogel van stedelijke gebieden
op de hogere zandgronden maar in toenemende mate ook in de lagere delen
(Teixeira 1978). Deze opmars zette door tot in de jaren tachtig en negentig.
Buise Tombeur (1988) noemen de soort in geheel Zecuwsch-Vlaanderen
al een talrijke (250 - 1000 paar) broedvogel met naar schatting 250-300 paar
(1984/85) in het oostelijke deel. Momenteel zijn dat er zeer waarschijnlijk
a! weer meer, als we uitgaan van telresultaten van 1994.
In de periode maart, april en mei 1994 werden gedurende de vroege och
tenduren vrijwel alle straten van Hulst en omgeving minstens 2 maal geïn
ventariseerd. Ondanks het koude voorjaarsweer was de presentie goed. Dit
in tegenstelling lot de meeste andere zangvogelsoorten.
De Zwarte Roodstaart bleek veel talrijker dan aanvankelijk werd verwacht
op grond van ervaringen in voorgaande jaren.
Totaal werden 62 zangposten minstens 2 maal geturfd. Nog eens 1 1 zang-
posten werden 1 maal geturfd.
Het aantal broedparen in het gearceerde gebied bedroeg dus 62 - 73 op
375ha, hetgeen een dichtheid van 16.5-19.4/100 ha betekent.
De meeste roodstaarten werden gevonden in de oude vooroorlogse straten,
op industrieterrein en op bouwplaatsen. In enkele jaren oude nicuwbouw-
w iken is de soort weinig algemeen.
Binnen de wallen werden 12 territoria geteld. Ondanks dat het aanzien van
de binnenstad in de afgelopen 20 jaren aanmerkelijk is gewijzigd - veel
oude gebouwen zijn vervangen door nieuwbouw of gerestaureerd - wijkt
het aantal weinig af van voorgaande jaren.
In 1974 werden 6 territoria geteld. Het aantal groeide toen nog. In 1979
waren er 11 en in 1985 10. Territoria worden vaak jaar in jaar uit op de
zelfde plaats gevonden. Dit is ook op diverse plaatsen vastgesteld buiten de
wallen. Onder invloed van bouwactiviteiten treden soms verschuivingen op
maar het totale aantal wijzigt zich blijkbaar sinds de eindjaren zeventig
nauwelijks meer.
De dichtheid in dit stadsdeel met een oppervlakte van ca. 31ha bedraagt
thans 38.7/100ha. Dit aantal is vergelijkbaar met wat werd gevonden in de
periode 1971-74 in het centrum van Nijmegen: ca. 35.2/100ha (48 territoria
op ca. 210 ha).
Dc dichtheid buiten de wallen - 1 4.5-17.7/lOOha - wijkt niet veel af van die
gevonden in 1975 in Orocsbeek die met 25 territoria op 270ha, ca 9.25/10
103