Sneeuwtelling van patrijzen in polders ten noorden van hulst in februari 1994 door Marc Buise In het verleden zijn in delen van de streek diverse malen zogenaamde sneeuwtellingen gehouden van Patrijzen. De paar dagen sneeuw van 1994 gaven een uitgelezen gelegenheid zo'n onderneming te herhalen hetgeen geschiede in Midden-Zeeuwsch-Vlaanderen (Castelijns Poortvliet 1994) en het poldergebied binnen de veelhoek Hulst, Terhole, Lamswaarde, Paal, Graauw en Zandberg, waarover deze bijdrage handelt. Methode: Geteld werd op 21 en 22 februari met de fiets vanaf de wegen die het ge bied doorsnijden. Beide dagen werd 4 uur geteld. Op 21.2 ca llOOha en op 22.2 ca 1400ha. Gemiddeld 300ha/uur Onderzoeksgebied: Betrokken polders bestaan uit dunbevolkt tamelijk grootschalig agrarisch gebied grotendeels in gebruik als akkerland. Het meeste grasland is van het type kunstweidc met korte graszode en nau welijks reliëf. Reliëfrijk grasland met gevarieerde zode is vrijwel uitsluitend te vinden op een aantal dijken, in de Polsvliet tussen Terhole en Schuddebeurs en in de Rottevliet. Enkele procenten worden ingenomen door totaal ongeschikt terrein als bebouwing, water en dichte bosaanplant. Resultaten: n totaal werden 169 Patrijzen geteld, verdeeld over 65 groepjes die in gro otte varieerden tussen 1 en 14 ex. De gemiddelde groepsgrootte bedroeg 2.6 (paarvorming reeds volop in gang). Dichtheden varieerden tussen 4.4 en 12.2ex./lOOha per polder met een gemiddelde van 6.8 ex./100ha. Discussie: Daar dit gebied niet eerder in z'n totaliteit op Patrijzen was geteld is het onbekend of het aantal de laatste jaren is af- of toegenomen. Reden tot optimisme is er evenwel niet. Van de Dullaertpoldcr met Polsvliet is enige informatie: tot 1977 minstens 20 paar/10()ha broedvogel (Jansen 1980) maar in 1984 slechts 8 paar/100ha (Buise Tombeur 1987). In Midden-Zecuwsch-Vlaanderen werd in 1994 een afname van 43 becij ferd t.o.v. 1991. Dichtheden bedroegen daar resp. 5.9 en 10.8ex./lOOha. Marteijn (1985) stelde in West-Zeeuwsch-Vlaanderen een dichtheid vast van 7.4ex./100ha en schatte t.o.v. 1970 een afname van 25-50%. Enkelaar (1962) telde in januari 1962 gemiddeld 22.2ex./lOOha in West-Zeeu wsch- Vlaanderen! 'n nationaal verband evenwel zijn zelfs de huidige "lage" dichtheden nog bijzonder hoog. 67

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1994 | | pagina 13