OVER PADDESTOELEN 'OPZOEKEN' door Cyriel Smet Nu de herfst is aangebroken zal bij velen onder ons de zin opwellen om bij het zien van die typische najaarsverschijningen, paddestoelen dus, eventjes te pauzeren en een en ander in ogenschouw te nemen. Vaak zijn we dan in het bezit van een natuurgids met daarin de mooiste en meest opvallende paddestoelen. En hoe vaak gebeurt het dan niet dat we alleen op basis van de kleur aan het 'beestje' een naam geven om verderop bij de andere kenmerken tot de conclusie te komen dat het deze soort dus niet kan zijn. Zelf heb ik het in het begin nog veel erger meegemaakt: haast verdwenen soorten of paddestoelen die je bij wijze van speken alleen in de Alpen aantreft werden door mij in grote aantallen gezien en genoteerd! Die natuurschriftjes waarin met beverig handschrift alles keurig werd genoteerd worden nu alleen nog eens ingezien bij wijze van jeugdnostalgie. Het is alleen maar aan te geven dat het geen gemakkelijke materie is. Toen ik een aantal jaren geleden met Edie Bogaert een vroege-vogel excur sie meemaakte in de Steense bossen en de vogelgeluiden mij als gigantische spraakverwarringen overkwamen kreeg ik van hem de raad te beginnen dicht bij huis en tuin: merel, mus en koolmees. Begin bij algemene soorten en die andere komen wel. Die andere ga je dan vergelijken met datgene wat je inmiddels vertrouwd is. Deze raad indachtig ben ik me zeer voorzichtig wat meer gaan verdiepen in de paddestoelen. Waar vind je in het begin van de zomer zo vlug paddestoelen dichtbij huis? Precies ...bij de groenteboer of in een vakje bij de supermarkt! Het vertrouwde blauwe bakje met daarin champignons werd voor mij de eerste paddestoelenexcursie. Want waarom moeilijk doen als iets makkelijk kan? Met een keukenmesje precies doormidden gesneden kun je de bouw prach tig bestuderen: de steel al dan nie-t met een knol, de ring die nog als een vlies aan de hoedrand hangt, de witte, bleke plaatjes onderaan de hoed en dan de hoedkleur zelf. Bovendien zie je dat de plaatjes de steel niet raken. Laat je ze wat langer liggen dan ontdek je plotseling dat de plaatjes of lamellen (chocolade-)bruin verkleuren. Geen reden om te denken aan ver rotting of iets dergelijks, het zijn gewoon de miljoenen sporen ('zaadjes') die zorgen voor die kleurmutatie. Al deze bovenvermelde bouwkenmerken heb je nodig als je op zoek gaat naar de naam van al die schimmels. Er zijn trouwens nog andere onderde len om soms rekening mee te houden. Maar dat zou in het kader van dit artikeltje nu te ver voeren. 130

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 24