Waarnemingen Hellegat. WAARNEMINGEN BIJ VOGELTREKTELPOST HET HELLEGAT IN HET NAJAAR VAN 1992. door Alex Wieland Sinds enkele jaren wordt er bij de vogeltrek- telpost Het Hellegat regelmatig geteld. In het najaar van 1992 hebben we besloten om mee te doen met de landelijke werkgroep vogeltrek tellingen. Dit betekent dat er in het najaar om de veertien dagen aan een landelijke teldag wordt meegewerkt. Op zo'n dag wordt dan op alle telposten in Nederland tegelijk geteld. Op deze manier kan er een mooi beeld ontstaan van de vogeltrek op die dag. Was deze vooral langs de kust of in het binnenland? enz. De vogeltrek is sterk gebonden aan de weersomstandigheden, bij harde wind of veel regen is er weinig trek. Het gunstigste is zonnig weer met een windje uit zuidelijke of oostelijke richting. De vogeltrek is ook afhankelijk van de tijd van het jaar, begin augustus trekken er nog maar weinig vogels. Maar, naarmate we dichter naar oktober komen vliegen er steeds meer vogels. Het hoogtepunt van de trek is in eind september begin oktober. Dan kunnen er op een dag makkelijk duizenden vogels langs komen. Na oktober neemt de trek geleidelijk af. In totaal hebben we 79 uren geteld bij het Hellegat de eerste telling was half augustus en de laatste eind december. Er hebben in 1992 vijf tellers meegewerkt: M. Capello, W. Mahu, R. Remmerts, W. Wisse en A. Wieland. We hebben bij elkaar zo'n kleine honderd soorten langs zien trekken. De hoogte punten van het jaar waren: Aaalscholver 736, 1703 Grauwe ganzen, een groep van 44 Candese ganzen, 70 Kleine rietganzen, 2 Slechtvalken, 25 Bruine kiekendieven, 1 Duinpieper, 3 Grote piepers, 2 Roodkeelpiepers26 Grote gele kwikstaarten, 2 Baard mannetjes, 5 Europese kanaries, 2 Ortolanen, 2 Geelgor- zen. De klappers van het jaar waren de totaalscore van 58 Grauwe gorzen en de zeer zeldzame Dwerggors. Hieronder volgt een lijst met de totaal score van iedere soort. 106

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 16