Met zijn vijven trokken we het oostelijk deel van het schor in. We kozen juist dat deel, vanwege de wat gevarieerdere begroeiing en omdat het bij donker nog enigszins toegankelijk is. Bij het eerste rietveld ging de casette met het geluid van de Waterral in de recor der en de volumeknop op max. Binnen één minuut werd er gereageerd. Dat riep weer andere reacties op. Minstens vier vogels alarmeerden. Even schoot onze kennis te kort. Maken mannetje en vrouwtje hetzelfde geluid? Later zou uit de boeken blijken dat de alarmroep vaak paarsgewijs plaats vindt en de baltsroep alleen door het mannetje ten gehore wordt gebracht. Vier vogels was in dit geval dus twee paar. Na dit eerste succes split sten we de groep. We spraken om tien uur af in de buurt van de schaaps kooi op de Noord. Omdat het inventariseren langzamer ging dan verwacht, werd het geen tien uur maar hall twaalf. Inmiddels was er nog een vogelaar op komen dagen. We konden hem vertellen dat we al 14 Waterrallen hadden gehoord. Met het naar ons toekomen had hij er ook nog één gehoord. 98

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 8