Trends
Soort 1%-norm overschrijdingen maximum trend
maanden jaren 1981-89 1990-93
Lepelaar
20
aug-sep
90-92
12
140
Rietgans
700
nov-feb
84-88
5.000
180
Kolgans
4.000
dec-mrt
81-92
18.000
16.000
Grauwe Gans
1.300
okt-feb
85-92
11.900
29.500
Smient
7.500
okt-feb
81-92
22.430
51.050
Wintertaling
4.000
sep
90-91
2.000
4.500
Pijlstaart
700
sep-mrt
81-92
8.600
3.075
-
Bontbekplevier
500
aug
86,87,91
760
640
Zilverplevier
1500
mei
82,91
3.500
1.900
=/-
Rosse Grutto
1000
mei?
87
4.600
600
Zwarte Ruiter
1300
jul-aug
83
1.500
933
-
Tabel 1Toetsing van de aantallen in Saeftinghc pleisterende watervogels aan 1 %-normcn voor de
perioden 1981-89 en 1990-92.
De gegevens voor de periode 1981-89 werden ontleend aan Stuart et al (1990) en Van Impc
Macs (1989).
Voor de meteen gemerkte soorten zijn voor de jaren 1984-1985 geen gegevens voorhanden.
In tabel 1 is voor soorten waarvoor Saeftinghc
internationale betekenis heeft, of in sommige
gevallen had, de trend weergegeven. De be
langrijkste ontwikkelingen worden hierna kort
toegelicht.
- Het aantal Lepelaars op najaarstrek is fors
toegenomen. Het gaat om Nederlandse broed -
vogels met hun jongen. De enige broedplaatsen
in NW-Europa liggen in Nederland. De vogels
gebruiken Saeftinghc om vctreserves voor de
reis naar de Afrikaanse ovcrwinlcringsgcbic-
den aan te leggen.
- Het aantal Rietganzen neemt sterk af. Riet-
ganzen gebruiken Sacftinghe om er de nacht in
door te brengen. Dit gebeurt in steeds mindere
mate. Het heeft alles te maken met de afname
van het aantal overwinteraars in het zuidelijk
Deltagebied.
Rictganz.cn hebben andere ovcrwintcrings- ge
bieden ontdekt; Rijnland en Noord-Holland.
- Het aantal Grauwe Ganzen en Smienten is
sterk toegenomen. De toename van de Grauwe
Gans begon inde winter van 1984/85 en was tot
en met 1989 geleidelijk. Sinds er niet meer
wordt gejaagd is het aantal spectaculair toege
nomen. De laatste jaren worden 's winters zo
wel voor de Grauwe Gans als de Smient bij
voortduring aantallen vastgesteld die boven het
maximum van de jaren 1981-89 liggen. Een
belangrijk deel van de in Saeftinghc verblijven
de Grauwe Ganzen overwinterde vroeger in
Zuid Spanje. Grauwe Ganzen eten 's winters bij
voorkeur de knollen van Zeebics. Hiervoor
kunnen ze in Saeftinghc of Zuid-Spanjc terecht
- De toename van het aantal Wintertalingen is
vooral een gevolg van de doorbraak van de
zomerkade van de Selenapolder. Daardoor
kwam er 50-75 ha slik bij. Vaak foeragcert
daarop de helft van de in het gebied aanwezige
Wintertalingen. Doordat er niet meer wordt ge
jaagd is de rust er gewaarborgd.
54