Met het verschijnen van de ECOLOGISCHE ATLAS van de DAGVLINDERS van Noordwest-Europa is de vaderlandse 'groene' boekencollectie een standaardwerk rijker geworden. Zo wel kwalitatief als kwantitatief (520 pagina's, 1600 kleurenfoto's) is dit boek zeker een aanrader. Een determineergids én naslagwerk ineen. Het is echt een boek waar veel mensen op hebben zitten wachten. Immers, de laat ste jaren krijgen vlinders pas die volle aandacht die ze verdienen. Het oprichten van de Vlinderstichting en de organisatie van tellingen en excursies, ook binnen onze vereniging, zijn daar een aantal voorbeelden van. Ook de tuincentra hebben het 'vlindervriendelijk' tuinieren ontdekt blijkens de vele aanbiedingen van struiken en vaste planten die vlinders naar je tuin lokken. Kor tom de vlinder 'leeft' onder vele mensen. Ook gelukkig meer en meer bij de beheerders van natuurgebieden: vlinders als maatstaf voor de kwaliteit van het landschap fikse afname van 74 naar 60 soorten! Het boek is niet alleen een vlindergids, het beschrijft de vlinder in relatie met zijn omgeving, met het landschap. Vandaar de naam De auteur beschnjft in zijn boek 145 vlindersoorten in de 'vierhoek Dublin-Parijs-Berlijn-Stockholm. In totaal zijn in onze eeuw in Nederland 102 dagvlindersoorten waargenomen, 74 van hen hadden hier min of meer een vaste vervlijf en woonplaats Op dit moment telt Nederland nog 60 soorten Een fikse afname dus In het cultuurlandschap, tui nen, bermen dijken en parken wonen zo n 28 soorten De overige 32 huizen in de duinen, de heide of natuurreservaten In dit boek wordt veel aandacht besteed aan het feit waarom de ene soort wél en de andere niet in cultuurlandschap kan overleven Tal van eigenschappen komen hierbij aan de orde: trekgedrag, oriëntatie- en voorplantingsvermogen, groeisnel- heid van de rupsen en bewapening tegen het weer en de vraatzucht van de vo gels. Ook tal van andere gegevens zoals de ecologie van de vlinder, de levenscyclus en de vlinder-plantrelatie worden uitvoerig behandeld per soort Trouwens elke soort krijgt in het boek twee pagina's toebedeeld Bink heeft 5 vlindertypen onderscheiden: 1. Nomaden (voortdurend onderweg en op zoek naar voedselbronnen) zoals Kool witje, Kleine vos en Atalanta) 2. Gewieksten (specialisatie in ontwijking van vogels) zoals Citroentje en Ysvogel- vlinder 3. Gefixeerden (specialisatie op bepaalde plantesoorten) zoals het Gentiaanblauw- tje 4. Geharden (specialisatie in de overleving van hitte en droogte) zoals de Heide- vlinder 5. Kwetsbaren (leven slechts op bijzondere plekken) zoals Veenbesblauwtje 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1993 | | pagina 11