EXCURSIEVERSLAG waterleidingbossen Steen 13-10-1991. Oeverzwaluw 600slpl. 27-07-91 Saeftinghe (JM) Zwarte roodstaart 1 12-01-91 Ossenisse (HV) Withalsvliegenvanger 1m. 07-05-91 Walsoorden (CD) Buidelmees 1 16-10-90 Spaarbekkens (PM) Kuifmees 5» 08-09-91 WMZ-Clinge (MC) Glanskop 1 paar 29-03-91 WMZ-Clinge (MC) Boomklever 1paar 14-09-91 Hulst (LC+FD) Appelvink 1paar+3juv. 27-07-91 Braakman Noordbos )MC) Afkorting van de waarnemers: SH S. Hamelink MC M. Capello AW A. Wieland WW W. Wisse HC H. Castelijns JP J. Poortvliet JM J. Maebe HV H. Verlinde TY T. Ysebaert FM F. Mortier GD G. Duchaine SvD= S. van Dievoet PM P. Meininger EB E. Bogaert FT F. Tombeur CD C. Dentz LC L. Calle FD F. de Beyn JMI J. Millenaar Met een twintigtal mensen trokken we onder leiding van Edie Bogaert het waterwinge bied in. De 'vreemdelingen' onder ons kregen eerst een korte uitleg van Edie over de geo logische ontwikkeling van het gebied. Het zou voornamelijk een paddestoelenmorgen worden (zonder kabouters, elfjes en hek sen) omdat het daar nu de tijd voor was en zeker ook in verband met de aanwezigheid van de expert Joop. Veel verschillende paddestoelen in allerlei vormen en kleuren en ook met de meest 'toepasselijke' namen kwamen we onderweg tegen waaronder de vliegen- zwam, kleverig koraalzwam, elfenbankje, paarse korstzwam, ruitjesbovist, aardappelbi- vist, roodstelige fluweelboleet, sombere boleet, valse hanekam, spikkelig parasolletje, blauwe kaaszwam, geschubde inktzwam, grote parasolzwam, glimmer- inktzwam, zwa- velkopje en de meer zeldzamere slijmerige spijkerzwam, biefstukzwam en de wollige po pulier. Tussendoor werd onze aandacht getrokken en gevraagd voor de vogels. De Grote bonte specht liet zich goed horen maar wat minder duidelijk zien. Spechtegaten waren er in grote getale, grote, kleine, nieuwe en oude. De oude die soms leken op over gelopen WC's: er woonden of wonen nu vleermuizen in. De eekhoorn had zich tegoed ge daan aan spar- en denneappels. Edie wees ons op de manier van 'afknagen' van de eekhoorn. Al dit interessants bekijkend zong de winterkoning en roodborst terwijl de vlaamse gaai boven dit alles met zijn gekrijs uitkwam. Verschillende soorten mezen wa ren in druk gesprek met elkaar. De buizerd werd ook nog verwacht en jawel hoor, op het laatst zweefde hij boven ons hoofd. Joop probeerde onze fantasie te ontwikkelen door een stengel van een adelaars varen door te snijden, hier zouden twee adelaars in getekend zijn. De meningen waren hierover erg verdeeld. De reigersbek bloeide nog. Waarom dit reigersbek heet en geen ooievaarsbek dat is nu voor sommigen een weet en voor sommigen nog steeds een vraag. Groetjes Elly 136

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 24