Weersomstandigheden Aantallen en dichtheden Tijdens de telling en de periode die daar aan vooraf ging, waren er geen echte win terse omstandigheden. Belangrijke ver plaatsingen zullen zich dan ook niet hebben voorgedaan. Omdat de periode waarin kon worden geteld royaal was ge kozen, konden nagenoeg alle tellingen worden uitgevoerd onder gunstige weer somstandigheden. In figuur 1 zijn de resultaten van de telling weergegeven. Er werden 2.433 Waterhoe- nen gezien. Het totaal wordt geschat op 2.700. Oost-Zeeuws-Vlaanderen is 45.000 ha groot. De gemiddelde dichtheid bedroeg 6,0 ex. km2. In de winter van 1990/91 werd door de Vogelwerkgroep van 't Duumpje West-Zee- uws-Vlaanderen geteld. Men stelde 2000 overwinteraars vast (pers. med. Eric Mar- teijn). West-Zeeuws-Vlaanderen is 30.000 ha groot. De gemiddelde dichtheid lag er wat hoger dan in Oost: 6,7 ex. km2. In goede gebieden in Nederland en Vlaan deren kan de dichtheid aanzienlijk hoger liggen. Jonkers (1974) geeft voor Midden- Nederland aan het begin van de jaren ze ventig dichtheden tot 31,6 ex. km2. Aan de Vlaamse kust (nabij Middelkerke) bleek de dichtheid in december 1990 in een 6.365 gebied 41 ex. km2 (Beyen 1991). In de winter van 1991/92 werd in Den Haag inca. 10.000 ha stedelijk gebied met parken, vij vers, sloten en kanaaltjes een dichtheid van ca. 30 ex. km2 vastgesteld (pers. med. Mervin Roos). Figuur 1Overzicht van een telling van het Waterhoen in Oost-Zeeuws-Vlaanderen in de winter van 1991/92 Figuur 1Voor de niet of onvolledig getelde deelgebieden werd een schatting gemaakt. 125

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 13