Voor het geval u ook een kast wilt laten plaatsen kunt u bij hem terrecht: 01140-14224. vleermuizenkasten, en gisteren alweer 6. Door hem worden nu ook steenuilenkasten ge maakt. En een vakwerk dat er geleverd wordt, haast zonde om ze op te hangen. Ook de heer Wikkerink uit Hengstdijk is begonnen met het timmeren van kerkuilenkasten. Dit leidt gegarandeerd tot overproductie, maar gelukkig kunnen deze kasten worden geëxpoi- teerd. Ze zullen in andere delen van Zeeland hun bestemming vinden. Jaap Poortvliet kwam zojuist een karretje vol afvalhout brengen, want de voorraden waren alweer uitge put. Joop Van Bavel heeft zich inmiddels aangemeld als coördinator van het kerkuilen project. Een bijzonder onderdeel van dit project was het plaatsen van allerlei kasten in de Willi- brordustoren van Terneuzen. Hier zijn in totaal 10 vleermuizen-, 2 kerkuilen- en 18 gier- zwaluwenkasten geplaatst. De vleermuizenkasten hangen helemaal in de nok, er zijn daar speciaal 2 inkruipgaten gemaakt. Dit onderdeel heeft een wat experimenteel karakter, elders zijn er nog niet veel positieve resultaten mee geboekt. De kerkuilenkasten kunnen naar wens ook worden bewoond door torenvalken of kauwen. Het op dergelijke grote hoogten werken was wel even wennen... Van de mensen van de Stichting Behoud Kerktoren, de architect en de aannemer kregen we een fantastische medewerking. Ook op een aantal plaatsen buiten zullen vleermuizenkasten worden opgehangen. Blij kens een artikel van Jan Piet Bekker (Zoogdier nummer 4, 1990) zijn hier in het Veerse bos zeer goede resultaten mee behaald. Binnen enkele jaren bewoonden wel 5 verschil lende soorten vleermuizen deze kasten. Hierbij was zelfs een kraamkolonie van de Wa tervleermuis. Genoeg redenen dus om dit ook in Zeeuws-Vlaanderen te proberen. Om te beginnen in het Braakmanbos. Toestemming van Staats Bos Beheer hebben we al, René Steijn wil de mouwen alvast opstropen om ze te helpen ophangen. Het is prachtig dat zoveel mensen bereid zijn om enthousiast mee te werken aan het be houd van deze dieren in onze streek. Zo kunnen we tenminste wat tegenwicht bieden voor het verloren gaan van veel nestgelegenheid, door het verdwijnen van b.v. oude land- bouwschuren en karakteristieke oude gebouwen in de kernen. Luciën Calle. 98

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 10