II ir a: i SCHORREN VERDRONKEN LAND vj SAEFTINGHE VOEDSELRIJK VAKANÏ® VERBLIJF VAN DE GRAUWE GANS. ïl J door: Romain van Damme ïi Als we in het Verdronken Land van Sj r' tinghe 'de dam van de noord' opwandelt kiest een aantal ganzen het luchtruim. Er welkomstgroet. "Kotganzen", zegt Adp van der Wiel geroutineerd. Hij telt ied ij* maand voor Rijkswaterstaat het aai it* ganzen in het uitgestrekte schorrengebi?3 Rijkswaterstaat speelt de cijfers weer d? naar het IWRB. Een internationale org, r satie die zich o.a. bezig houdt met voget P lingen. Adrie van der Wiel weet de weg1' het soms verraderlijke gebied. Hij was j renlang gids. "Ik kom al lang in het schoi Als tienjarige jongen heb ik hier gezwem men. Het is een mooi gebied, heerlijk om rond te lopen Af en toe staat hij stil en i> teert een bijzondere waarneming in ee boekje.Zeebiesknol. I tinghe was, dat door jacht in Saeftinghe niet de eventuele schade op de akkers kan wor den beperkt, maar veel eerder het omge keerde het geval is. Een ander belangrijk argument was dat Sa eftinghe voor overwinterende en doortrek kende watervogels van internationaal belang is en daarom goed dient te worden beschermd.Een en ander wil niet zeggen dat we voorstander zijn van ganzenjacht in de polder. In tegendeel zelfs, evenals de meeste natuurbeschermingsorganisaties is ook de Steltkluut principieel tegenstan der van ganzenjacht, maar we moeten ac cepteren dat er mensen zijn die daar anders over denken. Door argumenten preobereb we die van onze mening te over tuigen. Een goed middel daartoe is de pu bliciteit. Een voorbeeld daarvan verscheen op 15 gebruari 1990 in de Stem. Om het geheugen nogeens op te frissen, publice ren wij dat artikel onderstaand nog eens in z'n geheel, hoewel wat betreft aantallen er inmiddels al het een en ander is veranderd. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1992 | | pagina 14