DE "SCHEPPING" VAN EEN BIOTOOP Tuinbouwgrond werd natuur door George Calon. Hierbij wil ik proberen een beeld te schet sen van een zogenaamd voormalig stuk tuinbouwgrond gelegen aan de Koudepol- derstraat te Hoek. Gestart in 1976 met in plant van vlier, sering en wilde appel is m'n hobby uitgegroeid tot wat er nu gaande is: een gemeenschap van ca. 100 verschillen de soorten houtgewassen, waarvan zo'n 70 bladverliezend, zo'n 200 verschillende plantesoorten en verderdiverse mossen en paddestoelen waarvan ik nog hoegenaamd niets weet. Deze gemeenschap trekt sowieso vele vo gels, zoogdieren en insekten aan. De des tijds in ëën vlak liggende oppervlakte is flink veranderd door diverse graverijen wat te vens verschillende grondsoorten oplever de zoals lichte klei, kalkhoudend zand, turf en blauwe schelpenhoudende klei. Welis waar kunnen vele handelingen kunstmatig genoemd worden maar dat mag mijns ins- ziens ook wel in ons vlak gestreken schor renlandje. In elk geval heb ik nog geen klachten ont vangen van de gebruikmakende planten en dieren; ook niet door de aanplant van diver se groenblijvers, integendeel zou ik zeg gen, deze 'vaak verfoeide' groenblijvers blijken een rust en broedplaats voor diver se dieren. Zoals ik ooit van Luciën Calle dat iemands jeugdervaringen bepalend kun nen zijn aangaande zijn/haar natuurerva ringen, is dat bij mij ook het geval. Opgegroeid tussen Hoofdplaat en Bres- kens en regelmatig de inlagen bezocht met z'n typische variëteit aan flora en fauna. Wie de inlagen gekend heeft zal weten waarover ik spreek. Eeuwig zonde trou wens dat dit verloren gegaan is! Een korte opsommingen van die jeugd'observaties': steenuil, velduil, groene kikker, kamsala- mander, bonte specht, putter, kluut, ture luur, grutto enz. Afijn, ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik 2 ha. vrij kan beheren. Dit beheer heeft gezorgd voor een zeer gevarieerde flora en fauna. Momenteel zijn er drie ver schillende afgravingen, laaggelegen gron den met een zoetwatervegetatie en veel ruigte eromheen. Van de ca. 20000 m2 is nog slechts 1500 m2 in gebruik als biologi sche tuinderij. Kwikstaart en patrijs zijn hier regelmatig te zien en verder uiteraard to renvalk en steenuil die de ongenode mui zen graag willen souperen. Een stuk van 600 m2 is 1 meter beneden maaiveld ge graven met de bedoeling hiervan een nat hooiland te maken. Mettertijd zal hier spe cifieke begroeing verschijnen omdat het zand hier de oppervlakte vormt. Een kwart van het perceel wordt gevormd door geva rieerde fruitaanplant. Rondom is een 6 me ter brede singel met zwarte els, grauwe wilg, katwilg, meidoorn, gelderse roos, kar dinaalsmuts, ratelpopulier, vlier, schietwilg, berk, iep, sleedoorn, hondsroos, wilde pruim, es, abeel en verder nog wel het een en ander. Aan de binnenkant een 'aanplantmix' van 600m2 met soorten als Corsicaanse den, Servische spar, zomereik, haaagbeuk, vo gelkers, esdoorn, taxus, Leylandcypres enz. Hiertussen ontstaan 'zwarte en dauw braam-ruigtes met allerhande planten zo als: wilgeroosje, .brandnetel, akkerdistel, zilverschoon, boterbloem e.d. De drie 'wa tertjes' worden bevolkt door bruine kikkers, kleine watersalamanders en libellelarven. Een opsomming van alles en nog wat zou mij te ver voeren. Wel wil ik enkele niet al ledaagse planten noemen die zich spon taan gevestigd hebben zoals donderkruid, bilzekruid, kroonkruid, doornappel en di verse klavers vergezeld van de klavervre ter. Van de zoogdieren wil ik noemen egel, bunzing, wezel en muis. Veel vlinders we ten de plaats te vinden, niet vreemd overi gens met zoveel waardplanten hier 127

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1991 | | pagina 25