GEBIEDSOMSCHRIJVING RESULTATEN pretatie van de gegevens is uitgegaan van de richtlijnen vastgelegd in de Handleiding BSP-broedvogels, uitgegeven door het CBS en SOVON(1986) Tabel 1: Onderzoeksf rekwent ie aantal keren volledig onderzo nachtelijke telling aanvullende telling hout duiftelling" aantal bezoeken veldwerkuren 7. weersomstandi gheden vol led:' waarbij: zeer goed 100"/. goed 757. re de lijk 507. matig 257. Het totaal geïnventariseerde gebied be slaat een oppervlakte van ruim 190 ha. Zo als reeds in de inleiding is aangegeven, is het WMZ-bos te Clinge het grootste aan eengesloten naaldhoutbestand in Zeeuws- Vlaanderen. Het grootste gedeelte is in de jaren vijftif aangeplant, hoewel de eerste aanplant reeds dateert uit de jaren dertig. Ook recentelijk in de jaren 80 is het bosa- reaal verder uitgebreid. Duidelijk wordt dat de nadruk hierbij in het algemeen ligt op de bosbouw: keurig in rijen geplante bomen die allemaal even oud en ongeveer even groot zijn. Gelukkig is er veel afwisseling in de beplantingsopbouw, zowel qua struc tuur als in het aantal soorten. De belang rijkste naaldhoutsoorten zijn Fijnspar en Grove den, verder komen soorten voor als Larix, Tsuga, Oostenrijkse en Corsicaanse Den, Douglas-, Sitka- en Omorikaspar en Californische Cypres. Het loofhoutbestand beslaat vooral percelen Zomereik en Cana dapopulier, ook is er een perceel Beuk te vinden. Van deze laatste soort zijn op en kele plaatsen tevens een aantal monumen tale exemplaren aanwezig. Vooral langs de vele zandpaden, de infiltra tiekanalen en langs de voormalige spoor- 118 lijn zijn loofhoutsingels te vinden die deels spontaan gevestigd zijn. 1985 1990 ht 8 8 1 1 1 4 1 10 14 42 53 onderzocht 65 87.5 We vinden hier soorten als Ratelpopulier, Amerikaanse Eik, Tamme Kastanje, Aca cia, Grauwe-, Schiet- en Katwilg, Ruwe Berk, Lijsterbes, Zwarte Els, Vuilboom, Vlier en Eenstijlige Meidoorn. Amerikaanse Vogelkers (Bospest) is op veel plaatsen tussen de aanplant te vinden. Verruigde bermen met veel Braam wisse len af met vooral op de open gedeelten een typische flora van zandige gebieden waar bij met name Brem veelvuldig aangetroffen wordt; onder het naaldhout tref je diverse varensoorten aan. Vooral aan de randen van het gebied zijn enkele akkers en weilanden te vinden. De beweiding vindt hier hoofdzakelijk plaats door rundvee en in mindere mate door schapen. Langs de weideperceelsranden zijn nogal wat knotwilgen aangeplant. n 1985 werden 72 broedvogelsoorten aan getroffen, in 1990 waren dat er 68. In totaal werden in 1985 1054 territoria vastgesteld tegenover 1473 in 1990, een stijging met 40%. Bezien we de soortenlijst dan blijkt dat van de 62 soorten die in beide jaren aangetrof fen werden er 11 in aantal gelijk bleven, 19 soorten een achteruitgang vertoonden en 32 soorten een vooruitgang lieten zien. Behalve natuurlijke fluctuaties spelen nog andere faktoren een rol.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1991 | | pagina 16