iepeziekte in zeeuws-vlaanderen
periode '87-90
In augustus 1991 liet de Bomen-
werkgroep Zeeuws-Vlaanderen het
lijvige rapport "Parasitaire Organis
men op Bomen en Struiken in Zee
uws-Vlaanderen" verschijnen. Een
vervolg op de in 1988 verschenen
brochure "Aantastingen op Bomen
en Struiken". In dit rapport worden
de verschillende organismen be
sproken die bij de inventarisaties
aangetroffen werden. Het verslag
levert informatie over de boom en
de natuurlijke bewoners en de we
derzijdse beïnvloeding. Mensen die
dit rapport willen bestellen kunnen
kontakt opnemen met de Steltkluut.
Uit dit rapport nemen wij -integraal
omwille van de specifieke regionale
aspecten het hoofdstuk over dat de
iepeziekte behandelt. (Red.)
De diverse iepe-soorten en -klonen
hebben een verschillende resisten
tie tegen iepeziekte. Zo zijn de Glad
de iepen zeer vatbaar, de jongere
klonen van de Hollandse iep minder
vatbaar. Ook de leeftijd en het vol
ume beïnvloeden de kans op iepe
ziekte: -Jong opschot van Gladde
iep of (Veldiep) is voor de overbren
ger van de ziekte, de lepespintke-
vers, niet erg interessant. Op deze
manier vindt dus weinig besmetting
plaats. Waar Gladde iepen opschie
ten, staan deze jonge planten elkaar
vaak te verdringen. Doordat er in
deze situaties vaak wortelkontakt
bestaat is de besmettingskans via
wortelkontakt wel groot. Jonge klo
nen: Vegeta en Commelin. Wegens
gering volume is het risico hier be
trekkelijk gering. Oude Belgica's.
Door het enorme volume van de
kroon is de trefkans door de iepe-
spintkevers, en dus het risico van
besmetting, erg hoog. Doordat
deze groepen zo verschillend zijn
worden ze hier appart beschreven.
1. Opschot Gladde iep.
Tot ca. 20 jaar oud. Bij deze groep
is het ondoenlijk om exacte cijfers te
geven omdat het opschot talrijk is,
moeilijk een ondergrens voor de
leeftijd te nemen is en uitgevallen
exemplaren snel worden vervan
gen door nieuwe exemplaren. Het
is echter duidelijk dat het uitvalper
centage zeer hoog is. Bij veel erfbe-
plantingen zijn de veldiepen zelfs
vrijwel volledig verdwenen. Langs
de Kanaalweg bij Sluis is van de ca.
15 jaar oude oorspronkelijke Glad
de iepen nog maar 15% over. Ook
bij het Reigersbos te Vogelwaarde,
Wandelbos Zandeplein te Klooster-
zande en het Wandelbos te Hengst
dijk is de uitval bijzonder hoog. In
Oost Z.VI. zijn veel veldiepobjecten
preventief weggehaald (omvor
mingsobjecten).
97