Conclusies
De Riemenskreekjes en omgeving zijn vanwege een grote
diversiteit aan broedvogelsoorten uit natuurwetenschap
pelijk oogpunt een belangrijk gebied. Ook landschap
pelijk is het gebied van belang. Uit een vergelijking
van topografische kaarten van 150 jaar geleden met die
van heden is gebleken dat het gebied relatief ongeschon
den is gebleven. Van heel wat gebieden in Zeeuws-Vlaan-
deren kan dit niet worden gezegd.
Uit onderzoek in geheel Zeeuws-Vlaanderen in 1989 bleek
dat de Riemenskreekjes voor eenden en steltlopers een
belangrijk broedgebied vormen. Met name het aantal
broedparen van Slobeend, Tureluur, Grutto en Kluut bleek
regionaal van groot belang (Castelijns Remmerts 1989).
Tot voor kort was de Riemens II in Zeeuws-Vlaanderen de
k^-eek waar het meeste Kluten broedden. In 1989 broedden
in het binnendijkse gebied van Zeeuws-Vlaanderen 103
paar, waarvan 80 bij 19 verschillende kreken (Castelijns
en Remmerts 1989). In dat jaar (maar ook in 1988) broe
dden er alleen al aan de Riemens II 14 paar. In 1990
daalde het aantal tot drie paar. De achteruitgang is te
wijten aan de daling van het waterpeil, waardoor de
oevers begroeid raken.
De vogels wijken om te broeden weliswaar uit naar het
akkerland, maar daar is het broedsucses te gering.
Bij de andere karakteristieke soorten werd nog geen
achteruitgang vastgesteld. Door daling van het waterpeil
is dit echter wel te verwachten. De Kleine Plevier en
Bontbekplevier prefereren namelijk hetzelfde biotoop als
de Kluut, terwijl Tureluur en Grutto zijn gespeciali
seerd in het zoeken van voedsel in een natte slappe
bodem. Bij een lager waterpeil droogt de bodem uit. Dit
is in het nadeel van deze soorten. Niet alleen omdat dan
het voedselzoeken wordt belemmerd, maar ook omdat bij
een lager peil het vee vroeger in het seizoen wordt
ingeschaard. Dit is vanwege het gevaar voor vertrapping
een groot nadeel voor op de grond broedende soorten,
waaronder alle eerder genoemde karakteristieke soorten
en Wilde Eend, Slobeend, Kuifeend, Scholekster, Kievit,
Veldleeuwerik, Graspieper en Gele Kwikstaart. Als het
60