hangen of zitten, want ze zijn in winterslaap. Als u ze buiten gooit zullen ze sterven van de kou! De Kleine vos was in 1986 op 13-8 al volop aan het vlie gen, waarschijnlijk de derde generatie (deze is het tal rijkst), toen namelijk zagen we er 69 en in 1987 zagen we er slechts 2! In 1987 begonnen de aantallen pas groot te worden vanaf begin september. Dit is ongeveer 2 weken later dan normaal. Door het slechte weer heeft de natuur alles zon 2 weken stilgelegd. Voedselplanten, vogels en planten. Zie voor deze informatie de Steltkluut van juni 1987. 1 nieuwe plantesoort kon worden ontdekt, nlde Wilde bertram. Hiermee is het totaal aantal plantesoorten ge komen op 115 (eksklusief moeilijk herkenbare soorten grassen; ongeveer 15 soorten). Verder bleef de plante- wereld ongeveer ongewijzigd, voorzover we dat tenminste konden nagaan. Vermeldenswaardig was dat er evenals in 1986 ook nu weer een broedgeval van de Roodborsttapuit kon gekonstateerd worden Resulta ten Helaas werd in 1987 slechts 1 maal geteld. Toen ik eind juli wilde gaan tellen, dit voor Koevinkje en Groot dikkopje die alleen rond deze tijd vliegen en niet meer rond half augustuswerd ik telkens weerhouden door het sombere weer. Je kunt dan 2 dingen doen: of gaan tellen en 9/lOe missen, of wachten tot het weer beter wordt. Het leek me uiteindelijk het beste om dan toch maar voor de laatste oplossing te kiezen. De resultaten waren er dan ook naar. In totaal werden l8 soorten vlinders waargenomen met totaal maar liefst 1568 exemplaren. Dit was volledig tegen de verwachting in. We hadden gedacht dat door het slechte weer vele vlinders zouden zijn gesneuveld. Dat bleek dus niet waar te zijn. dankzij de grote fleksibili- teit van moeder natuur. Zeldzaamheden In 1986 waren de volgende soorten bijzonder: Gele luzerne- vlinder, Kleine vuurvlinder en Sint jacobsvlinder In 1987 werden als zeldzame vlinders gezien: Kleine vuur vlinder, Sint jacobsvlinderGehakkelde aurelia en het Bruin blauwtje. Deze laatste soort zal hoogstwaarschijn lijk ook in 1986 aanwezig geweest zijn. De soort is echter moeilijk te onderscheiden van de bruine fase van het vrouwtje van het Icarusblauwtje. Vindt maar eens een Bruin blauwtje tussen 33^ IcarusblauwtjesDit jaar hadden we dus het geluk er een te ontdekken. 142

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 32